e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drachtige merrie vol: vǫ.l (Zonhoven) De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a] I-9
draden of randen van peulvruchten ringen/randen: reͅŋ (Zonhoven) [Goossens 1c (1955b)] I-7
dragen dragen: dra͂:gə (Zonhoven), dra͂egən (Zonhoven) dragen [ZND 25 (1937)] III-1-2
dragen, gezegd van ijs houden: houden (Zonhoven) dragen gezegd van ijs waarop men kan lopen [lijden, helen, houden] [N 81 (1980)] III-4-4
drager van de doodskist drager: draogers (Zonhoven) een drager van de lijkkist [dreëjer] [N 96D (1989)] III-2-2
drager van het kerkvaandel vaandrager: vaondraoger (Zonhoven) De drager van het vaandel [vanedreëjer]. [N 96C (1989)] III-3-3
drank drinken: drinken (Zonhoven), drinkens: Dòòë ès gien drè.nkes nemie: er is geen drinken meer  drè.nkes (Zonhoven) drank; Hoe noemt U: Dat wat gedronken wordt (drinken, soopje, zuip) [N 80 (1980)] || drinken III-2-3
draven draven: drǭvǝ (Zonhoven) In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d] I-9
dreef dreef: dreef (Zonhoven), drēft (Zonhoven), drë.əft (Zonhoven) dreef [ZND 01 (1922)] || een lange dreef [ZND 23 (1937)] || een weg aan met beide zijden een of meer rijen bomen (dreef, dreeft, laan,laning, lei) [N 90 (1982)] III-3-1
driehoekige eg driehoekige [eg]: drē̜.hokegǝ [eg] (Zonhoven) De houten, later ijzeren, driehoekige eg, zoals voorgesteld door de afb. 51, 52 en 56. Voor welk werk de driehoekige eg gebruikt werd, is hier niet aangegeven. Daarvoor zie men de lemmata ''zaadeg''en ''onkruideg''. In de woordtypen van dit lemma vertegenwoordigt het lid drie ook dialectvarianten van het type drij. Voor het woord(deel) ''eg'' resp. ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''. [JG 1a; A 13, 16b add.; N 11, 70 + 72 add.; N J, 10 add.; div.; monogr.] I-2