20205 |
man |
man:
doͅ leͅpt nui deͅ man, deͅ zən doͅXtər zēk gəwēͅs eͅs (Q005p Zutendaal),
mân (Q005p Zutendaal, ...
Q005p Zutendaal)
|
Daar loopt nu die man, die zn dochter (of: wiens dochter) ziek is geweest [ZND 44 (1946)] || man [RND], [RND]
III-3-1
|
33768 |
manen |
manen:
mǭ.nǝ (Q005p Zutendaal)
|
Het lange nekhaar bij een paard. Paarden worden vaak onderscheiden naar de kleur van de manen (zie paragraaf 4.1). Zie afbeelding 2.13. [JG 1a, 1b; N 8, 21]
I-9
|
18148 |
manken |
hompelen:
hompele (Q005p Zutendaal),
manken:
manke (Q005p Zutendaal)
|
Gebrekkig lopen door bijv. ongelijke lengte van de benen (hompe(le)n, manken, lammen, mank lopen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
34395 |
mannelijk lam |
bokje:
bękskǝ (Q005p Zutendaal)
|
[L 20, 22c; A 4, 22c; A 2, 45; JG 1b; N 70, 3; R 3, 36; AGV m 3; Wi 12; monogr.]
I-12
|
34393 |
mannelijk schaap |
bok:
bok (Q005p Zutendaal),
bǫk (Q005p Zutendaal),
schaapsbok:
š˙ōbsbok (Q005p Zutendaal),
weer:
wir (Q005p Zutendaal)
|
Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.]
I-12
|
21918 |
mannelijke duif |
hoorn:
hoeën (Q005p Zutendaal),
hūəən (Q005p Zutendaal)
|
Doffer. [Goossens 1a (1955)] || Duif, mannelijk. [ZND 39 (1942)]
III-3-2
|
24204 |
mannelijke eend |
haan:
hō.n (Q005p Zutendaal)
|
[GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.]
I-12
|
24206 |
mannelijke gans |
haan:
hō.n (Q005p Zutendaal)
|
[A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
34446 |
mannelijke geit |
bok:
boq (Q005p Zutendaal),
geitenbok:
gē̜i̯tǝbok (Q005p Zutendaal)
|
[N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.]
I-12
|
19960 |
mannelijke hond, reu |
rekel:
rèkel (Q005p Zutendaal)
|
reu, mann. hond [Goossens 2a (1963)]
III-2-1
|