20630 |
spek |
spek:
spɛk (Q005p Zutendaal),
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
spek (Q005p Zutendaal)
|
het vaste vet tussen vlees en huid van de varkens [Goossens 1a (1955)] || spek [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
22841 |
spel (alg.) |
spel:
e spiiel (Q005p Zutendaal)
|
spel [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
22383 |
spelen (alg.) |
spelen:
spiihele (Q005p Zutendaal)
|
spelen [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
32226 |
speling in de asbus |
speel:
spī.ǝl (Q005p Zutendaal)
|
Door slijtage kan de normale speling tussen as en naafbus te groot worden, waardoor het wiel gaat waggelen. Zie ook het vorige lemma. [JG, 1a]
II-12
|
20165 |
spenen |
(het is) gespeend:
gǝspī.nt (Q005p Zutendaal)
|
Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59]
I-9
|
17719 |
sperma |
zaad:
zoad (Q005p Zutendaal)
|
Sperma: het mannelijke zaad (zaad, natuur, sperma, wieks) [N 106 (2001)]
III-1-1
|
26360 |
spie |
spie/spij:
spęi̯ (Q005p Zutendaal)
|
De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2]
I-3
|
32234 |
spie van de schei |
pin:
pen (Q005p Zutendaal)
|
Houten pen die door een opening in het uiteinde van de schei wordt gestoken en deze aan de buitenkant van de berrie vastzet. Zie ook het lemma ɛscheiɛ in wld I.13, pag. 40.' [JG, 1a]
II-12
|
18202 |
spijkerbroek |
jeansbroek:
jeansbrook (Q005p Zutendaal)
|
Spijkerbroek [spijkerbroek, -boks, jeansbroek, jeans] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18203 |
spijkerjas |
jeansjasje:
jeansjaeske (Q005p Zutendaal)
|
Spijkerjasje [spijkerjas, jeansjas, jek] [N 114 (2002)]
III-1-3
|