e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zutendaal

Overzicht

Gevonden: 1986
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
evene evie: īǝ.vi (Zutendaal) Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31] I-4
fatsoenlijk ordentelijk: das ennen ordentelike mins (Zutendaal) Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)] III-1-4
feest feest: fiest (Zutendaal), het fies verloep zoner dat er e leedje gezoenge wuurt (Zutendaal), hoogdag: huugdoag (Zutendaal) Feest: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)] III-3-2
feestdag van sint-maarten sint-maarten: sent marte (Zutendaal), sint marte (Zutendaal) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-3
fiets fiets: enne fits (Zutendaal), fe.ts (Zutendaal), ëne fits (Zutendaal), vlocipde (fr.): mannelijk  enne flissepè (Zutendaal) fiets [ZND 44 (1946)] || Fiets. [ZND 35 (1941)] || Wat is de dialectbenaming voor een rijwiel in het algemeen [N 99 (1991)] III-3-1
fijt fijt: fiet (Zutendaal) ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)] III-1-2
flambouw flambouw (<fr.): flembauw (Zutendaal), lantaarn (<fr.): ⁄n lantiën (Zutendaal) Een flambouw (die in de processie wordt gedragen). [ZND 35 (1941)] III-3-3
flauwvallen flauwvallen: flaw valle (Zutendaal), kwalijk worden: koalek were (Zutendaal), sterren zien: he ziet de sterre (Zutendaal) Bezwijming: flauwte, onmacht (zwijm(el), onmacht, kwalijk, flauw). [N 107 (2001)] || hoe is of wordt iemand die een harde slag op het hoofd heeft gekregen (met een zinnetje antwoorden) ? [ZND 23 (1937)] III-1-2
flets mottig: mottig gezicht (Zutendaal) hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] III-1-2
flikflooien mouwvegen: ook materiaal znd 23, 55  muivège (Zutendaal) flikflooien [ZND 01 (1922)] III-1-4