e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aambeeld aanbeeld: abēlt (Tessenderlo), ambelt (Hasselt, ... ), ambeltj (Hoensbroek), ambilt (Kermt), ambēl (Heusden), ambēlt (Afferden, ... ), ambę ̝lt (Sint Huibrechts Lille), ambęlt (Halen, ... ), ambīlt (Landen, ... ), anbelt (Blitterswijck, ... ), anbeltj (Helden), anbēlt (Heijen, ... ), anbęlt (Hoeselt), anbīlt (Landen), anbɛǝlt (Diepenbeek), ãmbelt (Hamont), hoǝmbēlt (Heers), õ̜nbē ̝lt (Stevoort), õ̜nbīl (Heers), āmbelt (Ten Esschen), āmbiǝltj (Altweert, ... ), āmbēljt (Bree), āmbēlt (Berverlo, ... ), āmbēltj (Bocholt, ... ), āmbēltš (Lozen), āmbēǝlt (Waasmont), āmbęelš (Opgrimbie), āmbęjltj (Bocholt), āmbęlt (Hamont, ... ), āmbęltj (Helden, ... ), āmbīlt (Eksel, ... ), āmbīǝlt (Lottum), ānbelt (Panningen), ānbilt (Linkhout), ānbiltj (Weert), ānbiǝltj (Tungelroy), ānbēelt (Herk-de-Stad), ānbēljt (Bos), ānbēlt (Arcen, ... ), ānbēltj (Beegden, ... ), ānbēltš (Bree), ānbęlt (Meeuwen), ānbęltj (Heythuysen), ānbīǝlt (Horst, ... ), āŋbęlt (Lanklaar), ē̜nbēlt (Sint-Lambrechts-Herk, ... ), ęmbɛlt (Halen), ōmbęlt (Loksbergen), ǫ ̝nbęlt (Loksbergen), ǫ ̞mbeljt (Zonhoven), ǫambīlt (Eksel), ǫmb ̇ē̜lt (Veulen), ǫmbelt (Neerpelt), ǫmbēlt (Voort), ǫmbęlt (Guigoven, ... ), ǫnbilt (Gelinden), ǫnbęlt (Heerlen), ǫnjbęjlt (Tongeren), ǫǝnbęjlt (Kortessem), ǭ(ǝ)mbilt (Bilzen), ǭ.mbēlt (Maastricht), ǭmbelt (Bilzen, ... ), ǭmbēlt (Gelieren Bret, ... ), ǭmbęelš (Opgrimbie), ǭmbīlt (Sint-Truiden), ǭmbīǝlt (Koersel), ǭmelt (Sint-Truiden), ǭnbelt (Bilzen), ǭnbēlt (Eijsden, ... ), ǭnbīlt (Koersel), ǭnbīǝlt (Borlo), ǭǝmbiǝlt (Niel-Bij-Sint-Truiden), ǭǝmbęlt (Aalst), ǭǝnbelt (Kuringen), ǭǝnbēlt (Beverst), ɛnbēlt (Gennep), ̇āmbeltj (Roermond), ̇āmbēlt (Roermond), aanvilt: (h)ǭvęlt (Rosmeer), anvel (Lanaken), anvęltš (Bree), avęlt (Puth), avęltj (Brunssum, ... ), avɛljt (Posterholt), avɛltj (Susteren), aǝnvel (Koninksem), ãnvel (Bommershoven), dāvęltj (Susteren), hāmvelt (Heerlen), hāmvęl (Heek), hāmvęlt (Heer, ... ), hānvęltj (Neeroeteren), hāvęltj (Bingelrade), hǭmvǝlt (Eigenbilzen), hǭnvīlt (Wellen), ávę ̝lt (Zonhoven), ā.nvęlt (Hasselt), āmvęl (Ulestraten), āmvęljt (Lanklaar), āmvęlt (Berg / Terblijt, ... ), āmvęltj (Bocholt, ... ), āmvɛ.ljtj (Meeswijk), āmvɛlt (Amstenrade, ... ), āmvɛltj (Maasmechelen, ... ), āmvɛltjš (Stokkem), ānvelt (Bevingen), ānvęjlt (Sint-Lambrechts-Herk), ānvęlt (Amby, ... ), ānvęltj (Beegden, ... ), ānvęltjš (Stokkem), ānvęltš (Lanklaar), ānvęlš (Opgrimbie), ānvīlt (Wellen), ānvɛ.ltj (Altweert, ... ), ānvɛljt (Ophoven), ānvɛlt (Schimmert), ānvɛltj (Hunsel, ... ), āvelt (Epen), āvęltj (Echt), āvɛljt (Sittard), āvɛltj (Montfort, ... ), ē̜nvīlt (Heers), ǫnjvil(t) (Tongeren), ǫwmvel (Zichen-Zussen-Bolder), ǫwǝnvijlt (Hoepertingen), ǭmvelt (Bilzen), ǭmvęl (Kanne), ǭmvęlt (Kortessem, ... ), ǭmvɛlt (Eigenbilzen, ... ), ǭmvɛ̄l (Zutendaal), ǭnvel (ɛ'S-Herenelderen'), ǭnvelt (Beverst, ... ), ǭnvi ̞lt (Sint-Truiden, ... ), ǭnvilt (Diepenbeek), ǭnvølt (Herk-de-Stad), ǭnvęjlt (Berbroek), ǭnvęlt (Borgloon, ... ), ǭwnvelt (Jeuk), ɛnvęlt (Halen), ̇ǭmvel (Amby), amboss: a.mbǫs (Eupen), ambos (Bleijerheide, ... ), ambǫs (Eys, ... ), āmbos (Vaals), āmbǫs (Heerlen, ... ), ̇ambo.s (Montzen), blok: blǫk (Grote-Brogel), smidsamboss: šmets˱ambǫs (Klimmen), smis(se)blok: smes˱blǫk (Sint-Truiden) Een gietijzeren of stalen blok waarop de smid het smeedwerk uitvoert. Aan één of twee zijden van het aambeeld kan een hoorn zijn bevestigd, een puntig uitsteeksel waarop ijzer kan worden gebogen. De vlakke bovenzijde van het aambeeld, de baan, wordt gebruikt voor het smeedwerk. In de baan zijn soms één of meer gaten aangebracht waarin gereedschap zoals de schroodbeitel en de tas kunnen worden geplaatst. Vgl. ook afb. 15. De invuller uit Q 121 kende drie soorten aambeelden: 1. het aambeeld met twee ronde hoorns; 2. het aambeeld met één ronde en één vierkante hoorn; 3. het aambeeld met één hoorn en een stuikblok. Ook andere respondenten vermeldden deze drie aambeelden. Vgl. ook afb. 14. In L 382 kende men ook nog een aambeeld dat speciaal gebruikt werd bij het aanbrengen van de kap op vijlbladen. Het bovenvlak van dit aambeeld was van zacht roodkoper vervaardigd. Zie ook het lemma "vijlkap". [N 33, 40; N 33, 49; N 33, 50; S 1; R 14, 8b; L 1a-m; L 1u, 2; L 17, 9; L B1, 201; N 64, 32a-b; N 66, 13a-b; monogr.] II-11