22461 |
aardappelfooi |
aardappelenfeest:
aerp`l`fieëst (L317p Bocholt),
aardappelenkruidvier:
aerpelekrówtveer (L417p As),
aardappelfeest:
(iërappelfeis?) (Q083p Bilzen),
aerpelfeest (L374p Thorn),
eijepelfiejst (P219p Jeuk),
erpelfeast (Q202p Eys),
jalpelfees (Q086p Eigenbilzen),
Aardappel is jalpel.
jalpelfees (Q086p Eigenbilzen),
aardappelfooi:
eerpelfooi (Q034p Merkelbeek),
erpelfooi (L329p Roermond),
aardappellast:
erpellast (Q098p Schimmert),
aardappeloogst:
erpelous (L382p Montfort),
aardappelrooi:
erpelrooi (Q015p Stein),
aardappelsvlam:
dik van deeg, dun van spijs werd op het veld gebracht
eͅapəlsvlām (Q202p Eys),
aardappeltjes bakken?:
aerpelkes bakke (Q020p Sittard),
bocholtse koek eten:
bugəzə kuk e.tə (L353p Eksel),
bodemlast:
bojjemlast (L210p Venray),
looffeest:
looffeest (K278p Lommel),
oogstfeest:
oogstfeest (K317p Leopoldsburg),
patattenfeest:
patattenfeest (sic) (Q083p Bilzen),
patattenfooi:
petattenfoeei (L298a Kesseleik),
rijstepapfeest:
riezepapfist (L353p Eksel),
trakteren (<lat.) op aardappelvlaai:
traktere op erpelvla (Q201p Wijlre),
{z. toel.}:
als men aardappelen heeft gerooid wordt geregeld het loof opgestookt in den avond
z. toel. (P058a Schakkebroek)
|
het feest dat gehouden werd als de aardappels gerooid waren [petrasfooi, erpellast, erpelfooi] [N 112 (2006)] || Het feest dat gehouden werd als de aardappels gerooid waren [petrasfooi, erpellast, erpelfooi]. [N 88 (1982)] || Welk jaarvuur kent (kende) men bij u (b.v. Vasten-, Paas-, of St.-Maartensvuur)? [ZND 17 (1935)]
III-3-2
|