id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
29804 | afsluitdeur | inzetmuurtje: enzę ̞tmȳrkǝ (Reuver), muurtje: mȳrkǝ (Swalmen), mø̄̄rkǝ (Thorn), ovenplaat: ǭvǝplāt (Echt), rangdeur: raŋdø̄̄r (Tegelen) | Stenen afsluitdeur die met slechte leem in de oveningang werd gemetseld om tijdens het bakproces de oven af te sluiten. De stenen van de ovenplaat (L 381) werden gemetseld met spij (spęj). In L 331 werd deze slechte soort leem spijs (ēpī̄s) genoemd - Donkers, pag. 45. [monogr.] II-8 |