25571 |
bakplank |
broodplank:
broodplank (P178p Brustem, ...
Q178p Val-Meer),
bruǝtplaŋk (Q035p Brunssum),
brō.tplaŋk (Q020p Sittard),
brūtplaŋk (Q028p Jabeek),
brūwtplaŋk (Q176a Ketsingen),
brǭtplaŋk (L289b Leuken),
deegbak:
dęjxbak (Q095p Maastricht),
dek van de kneedtrog:
dē̜k van dǝ knē̜ttrōx (L289b Leuken),
deksel van de moelde:
(deksel van de) mōlt (Q198p Eijsden),
karton:
karton (Q197p Noorbeek),
machine:
mǝšīn (L330p Herten),
mou(de)deksel:
mowdęksǝl (P056p Stokrooie),
plank:
plank (Q003p Genk, ...
L318b Tungelroy),
plaŋk (L414p Houthalen),
rijskast:
rīskast (L269p Blerick),
zeef:
zīǝf (Q083p Bilzen)
|
De plank of het deksel van de baktrog waarop men het deeg legt na bewerking in de trog en waarop verdere bewerkingen worden uitgevoerd. Een broodplank is een plank van circa anderhalve meter lang en ruim dertig centimeter breed, waarop het opgemaakte zwartbrood, meestal rond, werd gelegd om te rijzen en naar de oven of ..et bakkes" te dragen (Schelberg blz. 62). [N 29, 30a; OB 2, 2f; monogr.]
II-1
|