19550 |
beddenwarmer |
bakkerskruik:
peͅkeͅskrūk (Q209p Teuven),
balsemkruik:
bālsəmkrōͅuk (K318p Beverlo),
beddenkruik:
bèddekrōēk (Q095p Maastricht, ...
Q032a Puth),
bedfles:
(meervoud)
bedflesse (L270p Tegelen),
bedkruik:
bed kroek (L216p Oirlo),
bed-kroek (L216p Oirlo),
bedkroek (L295p Baarlo, ...
L245a Castenray,
L211p Leunen,
L332p Maasniel,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L299p Reuver,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
bĕd-kroek (L322a Nunhem),
bèdkroek (L329p Roermond, ...
L289p Weert),
bédkroek (L373p Roosteren),
bédkruk (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
( = bedkroek)
bedkroek (L292p Heythuysen),
(bedkruik)
bedkroek (L320a Ell),
(om het bed te verwarmen)
bedkroek (L295p Baarlo),
kroe:k letterlijk overgenomen
bedkroe:k (L330p Herten (bij Roermond)),
kroêk (zeer lang) Nb. meest lang verdrongen door flessen.
bèdkroêk (L270p Tegelen),
om het bed te verwarmen
baedkrōēk (L383p Melick),
bedpan:
koperen, van boven afgedekte vuurpan met lange steel, om het bed te verwarmen
beͅtpan (L210p Venray),
bedwarmer:
Deze pannen waren vaak zeer mooi uitgevoerd en bevestigd aan een circa 80 cm lange gedraaide steel; slaapgenoot
bëtwermer (Q020p Sittard),
blaas:
blòòës (Q001p Zonhoven),
bouillotte (fr.):
boejót (Q002p Hasselt),
boeljòt (Q162p Tongeren),
bujót (P176p Sint-Truiden),
bəljót (P176p Sint-Truiden),
meestal uit gummi
boeljòt (Q162p Tongeren),
bourse (fr.):
bós (P176p Sint-Truiden),
bronstpot:
bronspot (Q193p Gronsveld),
Stenen, aarden warmwaterkruik Brónspöt zuut me niet mie, tegeswoordig heet me rubberflesse
brónspot (Q095p Maastricht),
kruik:
krū.k (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L289h Boshoven,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert),
krūx (Q116p Simpelveld),
(alleen als bedkruik)
kroek (L318b Tungelroy),
petrus-johannesje:
\'t Petrenneske mit nor bed neme
petrenneske (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
stoop:
Stoopje: bedstoofje tegen koude voeten in de winter
stoep (Q162p Tongeren),
stoopje:
sty(3)̄əpkə (P176p Sint-Truiden),
stùpkë (Q162p Tongeren),
bedverwarmer met heet water gevuld
stypkə (P188p Hoepertingen),
tinnen kruik:
ovaalvormige ondiepe vertinde ijzeren bed kruiken
teene kroek (L330p Herten (bij Roermond)),
warme kruik:
wärmekroek (Q119p Eygelshoven),
warmkruik:
wɛrmkrūx (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
g als r uitspreken
wärmkroeg (Q121p Kerkrade),
warmwaterkruik:
waermwaterkroek (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
wermwaterkroe‧k (L295p Baarlo),
wermwaterkruik (L326p Grathem),
wèrmwááterkròèk (L381p Echt/Gebroek),
voor voeten te warmen
wèrmwaterkroek (Q038p Amstenrade),
waterblaas:
wao.ëterblòòës (Q001p Zonhoven),
waterkruik:
voetenwarmer
waterkroek (L427p Obbicht)
|
(warm)waterzak || beddenwarmer || bedkruik || bedpan || bedstoof || bedwarmer || grote, gesloten koperen pan met gloeiende houtskool als beddewarmer || kruik (voor in bed) || kruik, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || kruik, stenen ~; inventarisatie benamingen (gistkruik); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || kruikje met water gevuld om voeten in bed warm te houden || pot, metalen ~ met steelvormig handvat; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || verwarmde kruik of steen || warmtekruik || warmwaterkruik || warmwaterzak || waterstoofje voor \'t bed
III-2-1
|