24580 |
bernagie |
bernagie:
bernagie (P219p Jeuk),
geen aparte naam
bernagie (Q103p Berg-en-Terblijt),
bernagiekruid:
bernagie kroet (Q098p Schimmert),
boerinnetje:
boerinneke (Q098p Schimmert),
idiosyncr.
boerinneke (L374p Thorn),
borage:
(bij afbeelding 71 (Heukels 41)
booraasch (Q208p Vijlen),
boorasch (Q208p Vijlen),
eigen spellinsysteem bijenbloem (is dit ook een dialectwoord, of alleen maar een toelichting?)
borraîze (L265p Meijel),
WLD
boraasje (L292p Heythuysen),
WLD (voor oorspronkelijke gegevens, zie vragenlijst L 292)
borááche (Q099p Meerssen),
komkommerkruid:
WLD
kómkómerkroet (L374p Thorn),
komkommerplant:
Veldeke
kòmkòmmerplantj (L381p Echt/Gebroek),
komkommerplantje:
-
kòmkòmmerplantje (L381p Echt/Gebroek),
nachtpit:
WLD
nacht pit (L382p Montfort),
nachtpitje:
WLD
nachpitjes (Q015p Stein),
steekneus:
WLD
stèknaas (L300p Beesel),
steekneusje:
bernagie of bolderik? JK
stèèknèèske (Q003p Genk)
|
bernagie [DC 60a (1985)] || Bernagie (borrago officinalis). Forse, soms 50 cm hoge plant met grote blauwe, soms witte bloemen als vijfpuntige sterren, waaruit 5 lange, tegen elkaar gedrukte helmknoppen als een snavel vooruitsteken. Grote witachtige kroonschubben. De onderste bladere [N 92 (1982)] || steekneus, plant
III-4-3
|