26052 |
berriebalken |
burriebalken:
børibɛlǝk (L289p Weert),
burries:
børis (L321p Neeritter, ...
L318p Stramproy),
querbalken:
kwērbɛlǝk (L432a Koningsbosch),
voegburries:
voegburries (L291p Helden, ...
L216p Oirlo),
voeghouten:
voeghouten (L326p Grathem),
voeghouter:
vōxhǫwtǝr (L330p Herten),
vǫwxhǭwtǝr (L430p Einighausen),
zetelbalken:
zetelbalken (P046p Linkhout),
zēetǝlbalǝkǝ (P051p Lummen),
zētǝlbɛlǝk (L289p Weert),
zēʔǝlbalǝʔǝ (K353p Tessenderlo)
|
De twee lange, zware, horizontale balken onderin de molenromp die van stormeinde naar voorweeg lopen en de standerd tussen zich in sluiten. Zie ook afb. 20. [N O, 46a; A 42A, 98]
II-3
|