32513 |
bezetwissen |
dikke luik:
dekǝ lø̜jk (P176p Sint-Truiden),
dikke witsen:
dekǝ wetsǝ (L291p Helden),
dunnere wissen:
dønǝrǝ wesǝ (L265p Meijel),
halfzware (wissen):
halǝf˲zwōr (P047p Loksbergen),
heerwissen:
ęjrwesǝ (L423p Stokkem),
kimwissen:
kimwissen (Q071p Diepenbeek),
neertjes:
nērkǝs (Q095p Maastricht
[(drie wissen tegelijk)]
),
neerwissen:
nē̜rwøšǝ (Q013p Uikhoven),
randwissen:
rāntwesǝ (L163p Ottersum),
vlechtwitsen:
vlɛxtwetsǝ (L321p Neeritter),
voetstekken:
vūtstękǝn (K353p Tessenderlo),
zware wissen:
zwǭr wesǝ (L289p Weert)
|
De lange, sterke wissen die men gebruikt om de onderste, verstevigde rand van de mand te vlechten. [N 40, 61]
II-12
|