28535 |
bijenkleed |
beharing:
beharing (L333p Asenray / Maalbroek),
bijenhaar:
bi-jǝhǭr (Q019p Beek),
bijenharen:
bejǝhǭrǝ (Q113p Heerlen),
bijenkleed:
bejǝkliǝt (L210p Venray),
bi-jǝklęjt (Q019p Beek),
bęjǝklę (L265p Meijel),
bijkleed:
bi-jklęjt (L371a Geistingen),
biklęjt (L416p Opglabbeek),
haar:
hoǝr (L414p Houthalen),
hǫǝr (L215a Wellerlooi),
hǭr (L333p Asenray / Maalbroek, ...
Q002p Hasselt,
Q253p Montzen,
L289p Weert),
haartjes:
haartjes (Q003p Genk),
haren:
haren (Q009p Maasmechelen),
hoǝ.rǝn (Q071p Diepenbeek),
hǫwrǝn (L421p Dilsen),
hǭrǝ (L333p Asenray / Maalbroek),
kluwen:
klywǝ (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
spietjes:
spikǝs (Q003p Genk),
stuifharen:
stuifharen (K317a Kerkhoven)
|
Dichte bezetting van haren op het lijf van de bij. Wanneer de bij in een bloem kruipt om nectar te puren, strijken deze stijve haren langs de helmknopjes en de bij wordt met stuifmeel bestrooid. [N 63, 44a]
II-6
|