30634 |
blokkwast |
blokkwast:
blǫkkwas (L426p Buchten, ...
L328p Heel,
Q113p Heerlen,
L330p Herten,
Q032p Schinnen),
blǫkkwast (L265p Meijel),
blokwitter:
blǫkwetǝr (Q113p Heerlen, ...
L267p Maasbree),
grote rondel:
gruǝtǝ rǫndǝl (Q203p Gulpen),
platte borstel:
platǝ bǫsǝl (Q071p Diepenbeek, ...
P219p Jeuk),
platte kwast:
platǝ kwas (Q203p Gulpen, ...
Q111p Klimmen),
platte pinsel:
platǝ pinzǝl (Q121p Kerkrade),
rondel:
rǫndǝl (Q203p Gulpen),
sauskwast:
sǫwskwast (L265p Meijel),
verdrijver:
vǝrdrīvǝr (L163p Ottersum),
witkwast:
wetkwas (Q111p Klimmen)
|
Kwast waarvan het haar in bosjes en op rijen geplaatst is in een houten of zinken voetplaat. Uit woordtypen als 'blokwitter', 'witkwast' en 'sauskwast' blijkt dat de blokkwast wordt gebruikt voor het witten van zolderingen en muren. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Witkwast'. Met de term 'verdrijver' wordt doorgaans een kwast aangeduid waarmee kwaststrepen in natte verf weggewerkt kunnen worden. Zie ook afb. 91. [N 67, 30d]
II-9
|