28414 |
boogkorf |
boogkorf:
boaxkǫrf (L333p Asenray / Maalbroek),
boogkorf (L333p Asenray / Maalbroek, ...
Q015p Stein,
L270p Tegelen),
buǝxkǫrǝf (L289p Weert),
bōxkø̜rf (Q113p Heerlen, ...
L265p Meijel,
L210p Venray),
gravenhorster:
gravenhorster (L294p Neer),
gravenhorster boogkorf:
grāvǝnhǫrstǝr bǭxkørf (L246p Horst),
huifkaar:
howfkǭr (Q003p Genk),
lüneburger:
lüneburger (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L294p Neer),
lüneburger korf:
lȳnǝburgǝr kø̄rǝf (Q253p Montzen)
|
Langwerpige korf maar boogvormig aan de bovenzijde in de vorm van een broodtrommel, van stro gemaakt en met riet genaaid. De boogkorf is een tussenvorm tussen de oude, ronde strokorf en de moderne bijenkast. Een typisch voorbeeld van een boogkorf is de Gravenhorster boogkorf, die van stro over een mal gevlochten wordt en al naar gelang de grootte 9, 12 of 16 boograampjes bevat, welke in de kop van de korf door een zaag op de juiste afstand worden gehouden en van onderen met oognagels in de korfwand worden vastgezet (De Roever, pag. 170-171). De ramen zijn beweegbare, houten kaders die men naar believen uit de korf kan nemen of terugplaatsen. Een nadeel is dat, wanneer de vlechter niet al te minutieus heeft gewerkt of wanneer de korf door zijn gewicht gaat doorzakken, de raampjes niet meer uitneembaar zijn. Het principe van de Gravenhorster boogkorf is, dat hij is ontstaan door de combinatie van het goedkope materiaal stro en de voordelen van de losse bouw, namelijk ramen. [N 63, 3d; N 63, 2b; N 63, 3c]
II-6
|