id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
29617 | boorgereedschap | boor: baǝr (Loksbergen), bōr (Thorn), bǭr (Nunhem), boorbuis: bǭrbȳs (Belfeld), boorgeschier: bōrgǝšir (Reuver), bǭrgǝšī̄r (Echt, ... ), ever: ē̜vǝr (Bilzen), grondboor: ǝt ˲grǫnt˱bōr (Klimmen) | Lange, holle buis die in de grond werd gedreven om te onderzoeken of er klei in de grond aanwezig was. Het woordtype boorbuis (L 297) is afkomstig uit de terminologie van de gresbuizenindustrie. [N 98, 34; monogr.] II-8 |