31923 |
boorpunt |
ang:
aŋ (Q001p Zonhoven),
boorpunt:
bǭrpønt (L299p Reuver, ...
L271p Venlo),
centerpen:
sɛntǝrpɛn (L387p Posterholt),
pen:
pɛn (L387p Posterholt),
punt:
pønt (Q204a Mechelen),
pøntj (L330p Herten)
|
In het algemeen de punt van een boorijzer. De woordtypen centerpen en pen, die werden opgegeven door de respondent uit Posterholt (L 387), zijn meer specifiek van toepassing op een, al dan niet van schroefdraad voorziene punt aan het uiteinde van verschillende soorten boorijzers als de centerboor en de slangboor. [N 53, 175b; monogr.]
II-12
|