e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borstspeld agrafe (fr.): əgraf (Wellen), borstspang: borstspang (Neeritter), bŏrspang (Maaseik), boͅrstspang (Bree, ... ), bórstsjpang (Roermond), borstspeld: bors-sjpeld (Tegelen), boͅrspeͅl (Hasselt), boͅrstspeͅl (Kaulille, ... ), boͅrstspeͅl(kə) (Bocholt), boͅstspeͅl (Linkhout), Bros-spèl (Oirlo), bøstspeͅl (Kwaadmechelen), bəstspeͅl (Tessenderlo), Borstspeld.  bəstspel (Leopoldsburg), broche (fr.): broche (Eksel, ... ), bros (Venlo, ... ), brosch (Puth), brosche (Rummen (WBD)), brosj (Beverlo, ... ), broš (Opheers, ... ), broͅs (Hamont), broͅš (Diepenbeek, ... ), bruš (Kanne), bròsj (Diepenbeek), brós (Haelen), [Fax Maurice Moyaerts 18/03/02]  broche (Vorsen), [oorspr. invoer Bros]  bros (Oirlo), Borstsierraad; grote doekspeld.  brosj (Maastricht), Broche.  broš (Beringen), Et. Fr. broche.  bròsj (Tongeren), Fr. broche.  brosj (Genk, ... ), brósj (Zonhoven), Fr. broche. Zie ook afb. p.84.  broisj (Hasselt), Vgl. Fr. broche.  brosj (Weert), clip (eng.): klïp (Tongeren), clips (<eng.): [sic] Van Dale: clip (Eng.), 2. sierspeld.  klips (Nuth/Aalbeek), dasspeld: dasschpeld (Valkenburg), dobbelspang: dobbelsjpang (Gronsveld), doekspang: dookspang (Maastricht), dookspeng (Grathem), doekspengel: dooksjpengel (Nunhem), grote spang: groötespang (Maasbracht), grote toespeld: grutə to͂ͅspeͅl (Kermt), haarspang: horspaŋ (Mechelen-aan-de-Maas), knipspang: knipsjpang (Sittard), knipsjpang? (Ulestraten), knipspang (Puth), knopspang: knupspaong (Opglabbeek), knöpspang (Oirsbeek), knopspeld: knopspeͅl (Romershoven), knopspäl (Meijel), knopspɛ:l (Wintershoven), knoͅpspeͅl (Borgloon, ... ), knopspengel: knopspingel (Mal), kopspang: koͅpspang (Eigenbilzen, ... ), kramspang: Door de week.  kremsjpang (Klimmen), neusdoekbroche (<fr.): nøusdukbrogə (Borlo), neusdoekenspeld: nuzzekespeld (Venray), neusdoekspang: nuzzikspang (Maastricht), neusdoekspeld: (was vroeger van glas)  nuisdookspeld (Hout-Blerick), Neusdoekspel.  nøzøkspeͅl (Beverlo), plaggenspang: plakke-sjpang (Klimmen), plagspang: plaxspaŋ (Grote-Spouwen), sicherheitsnaald (<du.): zicherheetsnold (Kerkrade), sierspang: sierspang (Stein), s Zondags.  seer-sjpang (Klimmen), sierspeld: sierspel (Weert), sluitspang: sjloeetsjpang (Herten (bij Roermond)), sloetspang (Chèvremont, ... ), sluitspeld: sloétspe͂l (Weert), spang: (grōēse) sjpang (Bocholtz), schpang (Mechelen, ... ), sjpang (Eijsden, ... ), spang (Amstenrade, ... ), spang (spengske) (Bree), spang [spang} (Neerharen), spaŋ (Eisden, ... ), špang (Stokkem), Opg.: verschicherongnald of spang.  spang (Kerkrade), spangetje: speͅngskə (Bocholt), speld: sjpeld (Baarlo), spel (Bree), spelt (Sevenum), speͅl (Beverlo, ... ), spɛl (Opheers), spengel: [WLD II.7: lm. speld, spengel (blz. 36)]  speŋəl (Riksingen), toespang: toespang (Ell, ... ), touwspang (Oost-Maarland), toͅuspaŋ (Val-Meer, ... ), tušpaŋ (Teuven), tuwspang (Bree), tû(w)spang (Bree), Ook dobbelsjpang.  toûwsjpang (Gronsveld), ss. sub spang.  tówspang (Uikhoven), zie spang.  tówspang (Uikhoven), toespeld: tawspeͅl (Romershoven), tāspeͅəl (Brustem), toespèl (Beverlo), toespèèl (Meijel), toespél (Gennep), toewspeld (Horst), touspel (Genk), toͅuwspeld (Hechtel), tuwspel (Zelem), tūspeͅl (Donk (bij Herk-de-Stad), ... ), tôuspel (Kortessem), tøͅspeͅl (Hasselt), betekenis: werd meestal met veiligheidsspeld langs de achterzijde gesloten  tøspeͅl (Hasselt), De toe speld (de touwe spel).  tau speͅl (Boekt/Heikant), Toe (= dicht, gesloten) + speld.  toauwspèl (Achel, ... ), Toespeld.  tuspel (Beringen), toespengel: tōēsjpéngel (Haelen), i.e. een toe speld (=veiligheidsspeld).  tau speŋəl (Tongeren), versicherungnaald (<du.): Opg.: verschicherongnald of spang.  versicherongnald (Kerkrade), versicherungsnaald (<du.): verzicheróngsnold (Kerkrade) *toespeld [veiligheidsspeld] || agrafe: spang, gesp om een kledingstuk te doen sluiten, meestal haak || borstsieraad van vrouwen en meisjes || borstspeld || broche || broche, sierspeld || broche: borstspeld || broche: grote doekspeld, borstsieraad, inz. van vrouwen en meisjes || broche: sierspeld || sierspeld [N 114 (2002)] || sierspeld; vrouwendoekspeld, speld van schoenen || sluitspeld || sluitspeld, speld waarvan de punt wordt vastgezet in een dopje of haakje zodat men zich daaraan niet kan bezeren, voor de luier || speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] || veiligheidsspeld || voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)] III-1-3