30055 |
bouwgrond |
aanlaag:
ānlǭx (Q019p Beek, ...
Q097p Ulestraten),
aanleg:
ānlęq (L320a Ell),
aanlegbreedte:
ālɛqbrējdǝ (Q202p Eys),
aanzet:
ānzęt (Q111p Klimmen),
aanzetlaag:
ānzętlǭx (L290p Panningen, ...
L432p Susteren),
basislaag:
bāzeslǭx (L270p Tegelen),
bodem:
bōdǝm, bōm (L321p Neeritter),
bouwlaag:
buwlǭx (L330p Herten),
draagvlak:
drāx˲vlak (L364p Meeuwen),
eerste laag:
ęjstǝ luǝf (Q083p Bilzen),
ɛstǝ lǭx (K353p Tessenderlo),
eerste zool:
iǝštǝ zǫal (Q121c Bleijerheide),
funderingsvoet:
føndēreŋs˲vōt (Q113p Heerlen),
føndē̜reŋs˲vōǝt (L316a Lozen),
grondfundering:
grontføndēreŋ (Q111p Klimmen),
grondlaag:
gro ̝ntlǭx (L289b Leuken, ...
L289p Weert),
grontjlǭx (L382p Montfort),
grontlǭx (Q095a Oud-Caberg, ...
Q097p Ulestraten),
grǫntjlǭx (Q019p Beek),
grǫntlōx (P176p Sint-Truiden),
leemlaag:
lēmlǭx (Q193p Gronsveld, ...
Q194p Rijckholt),
niveau van onder:
nīvo van ondǝr (Q003p Genk),
onderste laag:
ōndǝrštǝ lǭx (Q099q Rothem),
ǫndǝrstǝ luǝf (Q083p Bilzen),
traslaag:
tǝraslǭx (Q198a Mesch),
vaste grondlaag:
vastǝ grǭntlǭx (L360p Bree),
vlijlaag:
vlęjlǭx (L291p Helden, ...
Q095p Maastricht,
L290p Panningen),
vlęjlǭǝx (Q039p Hoensbroek),
voet:
vos (Q121p Kerkrade),
vō ̝.t (L364p Meeuwen),
vōt (Q039p Hoensbroek, ...
Q100p Houthem,
Q101p Valkenburg),
waterpaslaag:
wǭtǝrpaslǭx (Q090p Mopertingen),
werkvloer:
węrǝk˲vlūr (L292p Heythuysen, ...
Q100p Houthem,
Q101p Valkenburg),
zandlaag:
zantlǭx (L289b Leuken, ...
L211p Leunen,
L265p Meijel,
Q098p Schimmert,
L289p Weert),
zaŋklǭx (Q113p Heerlen, ...
L291p Helden,
L290p Panningen,
L270p Tegelen),
zãntlǭx (L210p Venray),
zāntlǭx (L163p Ottersum)
|
De vaste grond die de basis vormt voor de fundering. Wanneer men gebruik maakt van zand als basislaag, wordt dit doorgaans aangestampt of met behulp van water verdicht. Dit laatste noemde men in K 278 'aanwateren' ('anwowǝtǝrǝn'). De woordtypen 'vlijlaag' en 'werkvloer' duiden respectievelijk de basislaag aan van een gemetselde fundering en van een fundering die is uitgevoerd in gewapend beton. [N 31, 3a; monogr.]
II-9
|