e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broedziek broed: brȳ (Membruggen), broedkarig: blū.tkǭǝrex (Vorsen), brudkǫrǝx (Kermt), brui̯dkǫrǝx (Berbroek), brui̯tkǭrex (Schulen), brukǭdex (Loksbergen), brutkǭrǝx (Aalst, ... ), brutkǭǝdex (Gingelom), brutkǭǝrex (Brustem, ... ), bryi̯kǭrex (Meldert), brȳkǭrix (Tongeren), brȳkǭrǝx (Linkhout), brøu̯kǭdex (Laar), brū.tkārex (Hasselt), brū.tkǫrex (Ordingen), brū.tkǭ.rex (Bommershoven), brū.tkǭ.ǝrex (Wellen, ... ), brū.tkǭrix (Gutschoven), brū.tkǭrǝx (Berlingen, ... ), brūdkǭrex (Kuringen), brūi̯.tkǭrex (Kozen), brūi̯tkǭrǝx (Alken), brūtkǫrex (Tongeren, ... ), brūtkǭdex (Heers), brūtkǭrex (Duras, ... ), broeds: brēts (Tongerlo), broedziek: brø̄dzēk (Tungelroy), brø̄tsēk (Heel), brø̄t˲zēk (Horn), brēi̯zēk (Gruitrode), broedzot: brui̯zǫt (Lommel), zitziek: zetzēk (Baarlo, ... ) Gezegd van een kip die voortdurend neigingen vertoont om te broeden. [JG 1a, 1b, 2c; S 5; monogr.] I-12