30087 |
bult |
buik:
buk (L210p Venray),
buǝk (L289p Weert),
bū.k (L290p Panningen),
būk (Q193p Gronsveld, ...
Q111p Klimmen,
Q194p Rijckholt),
būǝk (Q113p Heerlen, ...
L291p Helden,
L290p Panningen),
bǭwǝk (K353p Tessenderlo),
buil:
b ̇yl (Q202p Eys),
buitenbul:
bū.sǝbøl (Q121c Bleijerheide),
bult:
belt (L364p Meeuwen),
bølt (L360p Bree, ...
Q003p Genk,
Q039p Hoensbroek,
L211p Leunen,
L364p Meeuwen,
L265p Meijel,
Q198a Mesch,
K353p Tessenderlo,
Q097p Ulestraten),
bøltj (L320c Haler, ...
Q028p Jabeek),
bøltjš (L316a Lozen),
bø̜̄lt (Q099q Rothem),
bø̜lt (Q113p Heerlen, ...
Q111p Klimmen,
Q095p Maastricht,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
bø̜ltj (L330p Herten, ...
L321p Neeritter,
L432p Susteren,
L318b Tungelroy),
bultlok:
bøltlōk (Q095a Oud-Caberg),
gebuikt:
gǝbūktj (L320a Ell),
knobbel:
knubǝl (Q039p Hoensbroek),
knode:
knǫǝ (Q039p Hoensbroek),
pokkel:
pukǝl (Q121p Kerkrade, ...
Q111p Klimmen,
Q098p Schimmert),
uitsprong:
øtsproŋ (K278p Lommel)
|
Naar voren komend gedeelte van het metselwerk van een muur. Bulten in een muur kunnen ontstaan door onnauwkeurig metselwerk. Ook door ouderdom of verzwakking van het metselwerk kunnen muren uitzetten en zo bulten ontwikkelen. [N 31, 47b]
II-9
|