31356 |
center |
center:
sęntǝr (L330p Herten, ...
L213p Well),
sɛntǝr (L328p Heel, ...
L165p Heijen,
Q095p Maastricht,
L159a Middelaar,
L321p Neeritter,
Q005p Zutendaal),
tsɛntǝr (Q121p Kerkrade
[(mv tsɛntǝrǝ)]
),
centerpunt:
sɛntǝrpønt (Q083p Bilzen, ...
Q111p Klimmen,
K317p Leopoldsburg,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L217p Meerlo,
Q099q Rothem,
Q121b Spekholzerheide),
sɛntǝrpøntj (L331p Swalmen),
koren:
ǝt kōrǝ (L321p Neeritter),
körner:
kø̜rnǝr (Q020p Sittard, ...
Q121b Spekholzerheide),
körnerpunt:
kø̜rnǝrpønt (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
metnemer:
mętnø̄mǝr (Q095p Maastricht),
middelste punt:
melantstǝ pønt (P219p Jeuk)
|
Elk van de twee spitse, kegelvormige middenpunten in de losse en de vaste kop van de draaibank. Tussen de centers wordt het werkstuk bij het draaien op zijn plaats gehouden en gecentreerd. [N 47, 5a-c; N 53, 228b] || Elk van de twee spitse, kegelvormige middenpunten in de vaste en de losse kop van de draaibank waartussen het werkstuk tijdens het draaien op zijn plaats gehouden en gecentreerd wordt. Voordat het werkstuk tussen de centers wordt geklemd, wordt eerst met behulp van een doorslag in het middenpunt van de beide voorvlakken ervan een trechtervormig groefje aangebracht. [N 33, 227; monogr.]
II-11, II-12
|