32817 |
cultivatortanden |
cultivatortanden:
[cultivator]tãnt (L209p Merselo),
[cultivator]tɛnj (Q027p Doenrade),
[cultivator]t˙ank(t) (L265b Kronenberg),
[cultivator]t˙ant (L246p Horst),
cultivatorveren:
køltǝvātǝrvē̜rǝ (L248p Lottum),
extirpatortanden:
[extirpator]ts˙ɛ ̝ŋ (Q116p Simpelveld),
[extirpator]t˙an (Q191p Cadier),
ressorten:
rǝsǭrǝ (Q193p Gronsveld, ...
Q194p Rijckholt),
tanden:
tãnt (L192a Siebengewald),
t˙an (Q192p Margraten),
veren:
vē̜rǝ (Q193p Gronsveld, ...
L292p Heythuysen,
Q192p Margraten,
L115p Mook,
L163p Ottersum,
Q194p Rijckholt)
|
De C-vormige veertanden c.q. de steeltanden, waaraan van onderen een pijlvormige beitel of schaar bevestigd is. Zie afb. 80. [N 11A, 151f; monogr.]
I-2
|