32715 |
de eerste voor ploegen |
(de tweede voor) bovenop varen:
bōǝ.vǝnǫp ˲vǭ.rǝ (Q082p Munsterbilzen),
būǝ.vǝnǫp ˲vǭ.rǝ (Q003p Genk),
(de) aanscheut maken:
[aanscheut] mā.kǝ (Q002a Godschei, ...
L414p Houthalen,
P044p Zelem),
[aanscheut] māʔǝn (K315p Oostham),
[aanscheut] mǭ ̞kǝ (Q002c Bokrijk),
[aanscheut] mǭ.kǝ (Q071p Diepenbeek, ...
P188p Hoepertingen,
Q082p Munsterbilzen,
Q079a Wintershoven),
[aanscheut] mǭkǝ (P113p Binderveld, ...
P107a Rummen,
P172p Wilderen),
(twee voren) opeengooien:
ǫp˱ī.ngui̯ǝ (Q002a Godschei),
ǫp˱ē.ngui̯ǝ (Q001p Zonhoven),
(twee voren) tegeneenploegen:
tigǝnęi̯.(n) plōgǝ (L417p As, ...
L416p Opglabbeek),
tīǝgǝnęi̯.nplōgǝ (L418p Niel-bij-As),
aanbouwen:
ãnbǫu̯ǝ (L246p Horst, ...
L265b Kronenberg,
L267p Maasbree,
L270p Tegelen,
L268p Velden),
ánbǫu̯ǝ (L215p Blitterswijck, ...
L209p Merselo),
aanploegen:
ǭǝnplugǝ(n) (L314p Overpelt),
aanschieten:
ansxitǝ (P175p Gingelom),
ó̜nšītǝn (Q072p Beverst),
ø̜nšītǝ (Q240p Lauw, ...
Q162p Tongeren),
ő̜̄nsxii̯tǝ (P175p Gingelom),
ǫnjšii̯tǝ (Q166p Vechmaal),
ǫnskei̯tǝ (Q164p Heks),
ǫnši ̞i̯tǝ (Q160p Bommershoven),
ǫǝ.nsxii̯tǝ (P121p Ulbeek),
ǭ ̝sxītǝ (Q156p Borgloon),
ǭnskii̯tǝ (P227p Vorsen),
ǭnskītǝ (P214p Montenaken),
ǭnsxii̯ǝ.tǝ (P187p Berlingen),
ǭnsxitǝ (P113p Binderveld, ...
P224p Boekhout),
ǭnsxītǝ (Q001p Zonhoven),
ǭnšitǝ: (Q003p Genk),
ǭnšītǝ (Q072p Beverst, ...
Q071p Diepenbeek,
Q081a Heesveld-Eik,
Q089p Martenslinde,
Q082p Munsterbilzen),
ǭšxīǝtǝn, ǭǝnšxīǝtǝn (Q001p Zonhoven),
ǭǝ.nsxii̯tǝ (P220p Mechelen-Bovelingen),
ǭǝ.nsxītǝ (Q152p Kerniel),
ǭǝnsxii̯tǝ (P182p Buvingen),
ǭǝnsxitǝ (P180p Kerkom),
ǭǝnsxitǝn (P178p Brustem),
ǭǝnsxiǝtǝ (P175p Gingelom),
ǭǝnsxīi̯tǝ (P179p Aalst),
zie het lemma bijeenploegen
[aanschieten] (Q163p Berg, ...
Q242p Diets-Heur,
P049p Donk,
P184p Groot-Gelmen,
P173p Halmaal,
P050p Herk-de-Stad,
Q165p Hopmaal,
P176a Melveren,
Q177p Millen,
Q182p Nerem,
Q168a Rijkhoven,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern,
P176p Sint-Truiden,
P174p Velm),
aanschieten aan de reen:
ǭǝnsxitǝn ǭǝn dǝn rīǝn (P178p Brustem),
aanschieten in de midland:
ǭǝ.nsxii̯tǝ ęn ǝ melant (P220p Mechelen-Bovelingen),
ǭǝnsxitǝn ęn dǝ melant (P178p Brustem),
aanslaan:
ãnslō ̞n (Q009p Maasmechelen),
ãnslǭ.n (L361p Tongerlo),
ãšlǭ (Q111q Ransdaal),
ānsluǝn (L317p Bocholt),
ānslūǝ.n (L417p As),
ānslǭn (L320a Ell, ...
L289a Hushoven,
L369p Kinrooi,
L289b Leuken,
L248p Lottum,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L266p Sevenum,
L318b Tungelroy),
ānšlǭn (L428p Born, ...
L322p Haelen,
L294p Neer,
L322a Nunhem,
L387p Posterholt,
L270p Tegelen),
ánslǭ (L265p Meijel),
ǫnslūn (Q001a Oud-Winterslag),
ǭnslōn (Q188p Kanne),
ǭnslūǝ.n (Q005p Zutendaal),
ǭslō ̞ǝn (Q001p Zonhoven),
ǭǝ.nslő̜nj (P177a Ordingen),
ǭǝnslǭǝn (L282p Achel, ...
L286p Hamont,
L312p Neerpelt),
aanslagen:
dǝn akǝr ǭnslǭgǝ (K317p Leopoldsburg),
aantrekken:
ãtrekǝ (Q204a Mechelen),
ãtrękǝ (Q121c Bleijerheide),
ǭntrękǝ (Q187p Sint Pieter),
aanvaren:
ãnvã.rǝ (L418p Niel-bij-As, ...
L416p Opglabbeek,
L362p Opitter),
ãnvãrǝ (L360p Bree, ...
L364p Meeuwen,
L289p Weert),
ǭnvãrǝ (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
ǭnvǭ.rǝ (Q178p Val-Meer, ...
Q091p Veldwezelt),
aanvoren:
ánvōrǝ (L209p Merselo, ...
L159a Middelaar,
L163a Milsbeek,
L115p Mook,
L163p Ottersum,
L192a Siebengewald),
ánvūǝrǝ (L192b Aijen),
ɛnvōrǝ (L164p Gennep, ...
L163p Ottersum),
aanzetten:
ǭnzętǝ (K353p Tessenderlo),
beginnen:
bǝgęnǝ (P214p Montenaken),
beginnen met akkeren:
bǝgenǝ met˱ akǝrǝ (L429a Berg),
binnen aanslaan:
benǝn ānslǭn (L294p Neer),
bovenop leggen:
būǝ.vanǫp lęgǝ (Q005p Zutendaal),
buiten aanslaan:
būtǝn ãnšlǭn (L294p Neer),
de aanscheut aanrijden:
dǝn [aanscheut] ǭnrę̄i̯ǝ (K318p Berverlo),
de aanscheut rijden:
dǝn [aanscheut] rái̯ǝ (K357p Paal),
dǝn [aanscheut] rę̄i̯ǝ (K359p Koersel, ...
K353p Tessenderlo,
P044p Zelem),
de aanschietvoor akkeren:
d [aanschietvoor] ákǝrǝ (P222p Opheers),
de aanslag maken:
dǝ(n) [aanslag] mãkǝ (L295p Baarlo, ...
L331b Boukoul,
L322p Haelen,
L332p Maasniel,
L294p Neer,
L321p Neeritter,
Q098p Schimmert,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen),
dǝn [aanslag] mãkǝ (L312p Neerpelt),
dǝn [aanslag] mǭkǝ (Q096d Smeermaas),
de aanzet maken:
dǝn ǭǝnzęt mãkǝn (L282p Achel),
de akker aanschieten:
dǝn ákǝr ó̜nšitǝ (Q162p Tongeren),
de akker aanslaan:
dǝn akǝr anšlǭn (L295p Baarlo),
dǝn akǝr ānslō ̞n (L368p Neeroeteren),
de akkervoor aanslaan:
dǝ [akkervoor] ã(n)šlǭn (Q027p Doenrade),
dǝ [akkervoor] ā(n)šlǭ (Q035p Brunssum),
dǝ [akkervoor] ānšlǭn (Q111p Klimmen),
de een over de ander ploegen:
d ęi̯n ivǝr d anǝr plōgǝ (L418p Niel-bij-As),
de eerste voor aantrekken:
dǝ iǝštǝ [voor] ãtrękǝ (Q116p Simpelveld),
dǝ ēǝrštǝ [voor] ãntrekǝ (Q099q Rothem),
de eerste voor akkeren:
dǝ [eerstǝ voor] akǝrǝ (Q002p Hasselt),
de eerste voor ploegen:
dǝ [eerste voor] plōgǝ (L372p Maaseik),
de kantvoor bouwen:
dǝ (kantvoor] bǫu̯ǝ (L248p Lottum, ...
L266p Sevenum),
de opvoor maken:
dǝ [opvoor] mǭkǝ (Q096d Smeermaas),
de reen opvaren:
dǝ [reen] ǫp˲vãrǝ (Q191p Cadier, ...
Q015p Stein),
dǝ [reen] ǫp˲vǭǝrǝ (Q194p Rijckholt),
dǝr [reen] op˲vãrǝ (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
de reen uitgooien:
dǝ [reen] ūt˲gōi̯ǝ (Q036p Nuth),
de reenvoor opvaren:
dǝ [reenvoor] op˲vãrǝ (Q116p Simpelveld),
de rug aanslaan:
dǝ [rug]˱ ánsló̜n, ɛnslǫu̯ǝn (K278p Lommel),
de rug aanvaren:
dǝ [rug]˱ ānvã.rǝ (L416p Opglabbeek),
dǝ [rug]˱ ǭnvǭ.rǝn (L414p Houthalen),
de rug ploegen:
dǝ [rug] plugǝn (K278p Lommel),
de rug varen:
dǝ [rug] ˲vãrǝ (L426z Holtum),
de rugvoor varen:
dǝ [rugvoor] vãrǝ (Q191p Cadier),
de scheivoor bouwen:
dǝ [scheivoor] bǫu̯ǝ (L248p Lottum, ...
L266p Sevenum),
de trekvoer aantrekken:
dǝ [trekvoor] ãntrękǝ (Q192p Margraten),
de tweede voor aandrijven:
dǝ twīdǝ vōr ǭndrę̄.vǝ (L414p Houthalen),
de voor aanslaan:
dǝ [voor] ã(n)šlǭn (Q027p Doenrade),
dǝ [voor] ãšlǭ (Q033p Oirsbeek),
de voor aantrekken:
dǝ [voor] ãntrękǝ (Q019p Beek, ...
Q018p Geulle,
Q111p Klimmen,
Q192p Margraten,
Q204a Mechelen,
Q019a Neerbeek,
Q112z Ten Esschen,
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg),
dǝ [voor] ãtrękǝ (Q211p Bocholtz, ...
Q113p Heerlen,
Q111p Klimmen,
Q116p Simpelveld),
dǝ [voor] ǭntrękǝ (Q194p Rijckholt),
de voor aanvaren:
dǝ [voor] ãnvǭrǝ (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
dǝ [voor] āvãrǝ (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117a Waubach),
de voor aanzetten:
dǝ [voor] anzetǝ (Q195z Moerslag),
dǝ [voor] ã(n)zętǝ (Q036p Nuth, ...
Q032p Schinnen,
Q117a Waubach),
de voor opmaken:
dǝ [voor] ǫpmǭkǝ (Q198b Oost-Maarland),
de voor optrekken:
dǝ [voor] ǫptrękǝ (Q197p Noorbeek),
de voor opvaren:
dǝ [voor] ǫp˲vãrǝ (Q102p Amby, ...
Q019p Beek,
L429a Berg,
Q103p Berg / Terblijt,
Q117p Nieuwenhagen,
Q097p Ulestraten),
dǝ [voor] ǫp˲vǭǝrǝ (Q193p Gronsveld),
de voor uitslaan:
dǝ [voor] ūsšlǫǝ (Q211p Bocholtz),
de voor uitsmijten:
dǝ vōr ūtšmītǝ (Q019p Beek
[(de grond van de eerste zijvoor over het land verspreiden)]
),
de voor uitvaren:
dǝ vōr ūt˲vãrǝ (L434p Limbricht),
derover slaan:
tǝrø̄.vǝr slōǝ.n (Q001p Zonhoven),
tǝrīǝ.vǝr slōǝ.n (Q081a Heesveld-Eik),
tǝrīǝ.vǝr slūǝ.n (L417p As),
derover varen:
tǝrī.vǝr vǭ.rǝ (Q072p Beverst),
tǝrīǝ.vǝr vã.rǝ (L416p Opglabbeek),
dreeg aanbouwen:
drę̄x˱ ánbǫu̯ǝ (L192b Aijen),
een aanwerk bouwen:
ęi̯n [aanwerk] bǫu̯ǝ (L290p Panningen),
een begin maken:
ęi̯ bǝgen mãkǝ (L429p Guttecoven, ...
L294p Neer,
L373p Roosteren),
ǝ bǝgen mã.kǝ (L422p Lanklaar),
een limiet pakken:
a lǝmit pakǝ (Q192p Margraten
[het kiezen van een richtpunt - vooral bij het ploegen van de eerste voor]
),
een voor deraf bouwen:
ǝn vōr dǝraf˱ bǫu̯ǝ (L192a Siebengewald),
een voord uitvaren:
ǝn vōrt˱ ūt˲vãrǝ (L288a Ospel),
het land aanslaan:
ǝt lãnt ansló̜n (K278p Lommel),
het land aantrekken:
ǝt lɛntj˱ ãntrękǝ (Q014p Urmond),
het land aanvaren:
ǝt lɛntj˱ ānvãrǝ (Q014p Urmond),
het/een aanwerk maken:
ęi̯n [aanwerk] mãkǝ (L324p Baexem, ...
L426p Buchten,
L328p Heel,
L376p Linne,
L290p Panningen),
ǝt˱ [aanwerk] mãkǝ (L244c America, ...
L269p Blerick,
L291p Helden,
L269a Hout-Blerick,
L267p Maasbree,
L216p Oirlo,
L290p Panningen,
Q020p Sittard,
L271p Venlo),
in de middel beginnen:
ęn ǝ midǝl bǝgęnǝ (Q174p Herderen),
op de reen aanschieten:
ǫp ˲dǝ rīǝn ǭnskītǝ (P214p Montenaken),
op de reen beginnen:
ǫp ˲dǝ ręǝn bǝgenǝ (P220p Mechelen-Bovelingen),
op de reensteen varen:
op ˲dǝ rēnštēn vãrǝ (Q192p Margraten),
opeenaan slaan:
op˱ēn`ã šlō ̞ǝ (Q116p Simpelveld),
opeenaan varen:
ǫp˱ē.nǭn vǭ.rǝ (Q071p Diepenbeek),
ǫp˱ēnān vǭrǝ (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
optrekken:
ǫptrękǝ (Q193p Gronsveld),
opvaren:
op˲vãrǝ (L324p Baexem),
tegeneenslaan:
tigǝnęi̯.nslūǝ.n (L417p As),
tegeneenvaren:
tegǝnīǝvǭ.rǝ (Q001p Zonhoven),
tigǝnē. vǭ.rǝ (Q081a Heesveld-Eik),
tigǝnē.nvǭ.rǝ (Q072p Beverst, ...
Q003p Genk,
Q082p Munsterbilzen),
tigǝnęi̯.nvã.rǝ (L417p As),
tigǝnɛi̯.nvǭ.rǝ (Q005p Zutendaal),
tēgǝnī.nvǭ.rǝ (Q002a Godschei),
tēgǝnī.vǭ.rǝ (L414p Houthalen)
|
Het ploegen van de eerste voor van een akker in het midden, als men bijeen gaat ploegen; aan de zijkant(en), als men uiteen of heen en weer gaat ploegen. Men ploegt de eerste voor gewoonlijk wat minder diep, om de vorming van een rug te voorkomen. Alleen bij het ploegen met een wentelbare of keerbare ploeg is er één eerste voor, in alle andere gevallen zijn er steeds twee eerste voren, nl. bij het uiteenploegen aan de zijkanten gelegen en bij het bijeenploegen tegen elkaar in het midden gelegen. Veel opgaven gelden daarom ook voor de twee eerste voren. De specifieke benamingen voor het ploegen van de eerste voor in het midden of aan de zijkant zijn onder B., resp. C. opgenomen; al de andere opgaven vindt men onder A. Door de zakelijke overeenkomst kunnen de benamingen soms ook toepasselijk zijn op bijeen- of uiteenploegen. Voor het (...)-gedeelte van varianten zie men de drie volgende lemmata. [N 11, 61; N 11A, 117c + 119b + 121b; JG 1a + 1b; A 33, 18c; monogr.]
I-1
|