e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deftig deftich: dèftəch (Lommel), deftig: deftich (Sittard), deftig (Kortessem, ... ), dèftich (Meeuwen), dèftig (Sint-Truiden), déftich (Zonhoven), déftəch (Meeswijk), dééftəch (Hamont), dêftig (Tongeren), ordentelijk: erdentelik (Maaseik), potentaat: potentaot (Geleen), statig: stäötig (Maastricht), voornaam: veurnaam (Sittard) deftig || deftig, van aanzienlijke stand, met de manuieren van deze stand || deftig, welgemanierd || deftig, zedig, fatsoenlijk || deftig; deftig gekleed zijn || statig, voornaam, fier, indrukwekkend, deftig || tot de aanzienlijke stand behorend; een zekere waardigheid en statigheid van manieren vertonend zoals iemand uit die stand;statig, deftig, fier en trots [deftig, parmantig, parmant, wreed] [N 85 (1981)] || voornaam, deftig || voornaam, fatsoenlijk || voornaam,.vb.deftige manieren III-1-4