28441 |
dekkleedje |
afdak:
afdak (K317a Kerkhoven),
afdekzak:
āfdęk˲zak (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
dekkleed:
dekkleed (Q071p Diepenbeek, ...
L215a Wellerlooi),
dękklęjt (Q019p Beek, ...
L371a Geistingen,
L372p Maaseik,
Q015p Stein),
dekkleedje:
dekkleedje (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L421p Dilsen,
L294p Neer,
L374p Thorn),
dękklētjǝ (Q113p Heerlen),
dękklęjtjǝ (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L428p Born),
dękklęjtšǝ (Q018p Geulle, ...
L384p Herkenbosch),
dękklętjǝ (L330p Herten, ...
L265p Meijel,
L381b Peij,
L329p Roermond,
Q015p Stein,
L270p Tegelen,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L289p Weert),
dękklītjǝ (L246p Horst),
deklap:
deklap (L416p Opglabbeek),
deksel:
dęksǝl (L414p Houthalen),
map:
map (Q253p Montzen)
|
Het dekkleedje is de ouderwetse manier van dakbedekking. Het is over het algemeen vervangen door de dekplank die veel voordelen biedt boven de kleverige kleedjes die vlak op de ramen liggen en daardoor de bijen verhinderen om over de toplatten van de ramen heen van raat naar raat te trekken. Bovendien verslijten de dekkleedjes gauw, ze maken de behandeling van de volken ruwer en stimuleren de wasmotplaag. [N 63, 10k]
II-6
|