| 31501 |
dopper |
bouterolle:
bǝdrǫl (L414p Houthalen),
boutkopper:
bǫwtkø̜pǝr (L330p Herten),
domper:
dømpǝr (Q108p Wijnandsrade),
doorslag:
dø̜rslǭx (Q083p Bilzen),
dōršlāx (L382p Montfort),
dǫwrslax (P219p Jeuk),
dop:
dǫp (L423p Stokkem),
dophamer:
dø̜phamǝr (Q121c Bleijerheide),
dǫphāmǝr (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
dǫp˱āmǝr (L423p Stokkem),
dopijzer:
dǫp˱īzǝr (L299p Reuver),
dopper:
døpǝr (L165p Heijen, ...
L217p Meerlo,
L159a Middelaar,
L192a Siebengewald,
L213p Well),
dø̜pǝr (Q113p Heerlen, ...
Q121p Kerkrade,
Q111p Klimmen,
L321p Neeritter,
L329p Roermond,
Q116p Simpelveld,
Q121b Spekholzerheide,
L271p Venlo),
dǫpǝr (Q088p Lanaken, ...
Q117p Nieuwenhagen,
L216a Oostrum,
L299p Reuver,
Q118p Schaesberg),
holle doorslag:
hǫlǝ dø̜jrslax (P047p Loksbergen),
knoper:
knø̜jpǝr (L330p Herten),
kopper:
kø̜pǝr (L291p Helden, ...
L330p Herten,
L290p Panningen),
kǫpǝr (L329p Roermond),
nagelkopper:
nǭgǝlkǫpǝr (P176b Bevingen),
nietendopper:
nītǝdø̜pǝr (Q121c Bleijerheide),
opklopper:
ǫpklǫpǝr (L423p Stokkem),
opkopper:
ǫpkø̜pǝr (Q095p Maastricht, ...
Q099q Rothem),
platte dopper:
platǝ dø̜pǝr (L321p Neeritter
[(voor platte klinknagel)]
, ...
Q116p Simpelveld),
rivettenkapper:
revętǝkapǝr (P213p Niel-Bij-Sint-Truiden),
ronde dopper:
rondǝ dø̜pǝr (L321p Neeritter
[(voor ronde klinknagel)]
),
rǫŋǝ dø̜pǝr (Q116p Simpelveld),
snapper:
šnapǝr (L299p Reuver),
stamper:
stampǝr (Q083p Bilzen),
štampǝr (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
stomper:
stumpǝr (P219p Jeuk)
|
Soort stempel met aan één uiteinde een ronde uitholling die wordt gebruikt om de kop van klinknagels af te ronden. Diverse zegslieden kennen doppers van verschillende afmetingen, afhankelijk van de grootte van de klinknagel. Soms zijn de functies van ophaler en dopper in één werktuig gecombineerd. Zie ook afb. 181 en de lemmata "ophaler" en "ophalen" en, in de paragraaf over de nagelsmid, het lemma "nagelijzer". Het woordtype dophamer (L 423, Q 117, Q118, Q 121c) is de benaming voor een bankhamer met een ronde baan en een pen waarin een ronde uitholling is aangebracht. Het werktuig wordt ook gebruikt voor het afronden van klinknagels. [N 33, 291a-b; N 33, 302; N 64, 39f; N 64, 74a; N 66, 6f; N 66, 20a; monogr.]
II-11
|