31355 |
draaibank |
draaibank:
driǝbaŋk (Q018p Geulle, ...
Q111p Klimmen,
Q204a Mechelen,
Q033p Oirsbeek
[(werd met de voet aangedreven: voor lichte naven door 1 man - voor zwaardere en voor boeren- en voermanskarren door 2 man)]
),
driǝnbaŋk (Q121p Kerkrade, ...
Q121b Spekholzerheide),
drēbaŋk (Q020p Sittard
[(mv drēbɛŋk)]
, ...
Q020p Sittard),
drēǝbaŋk (L434p Limbricht),
drē̜baŋk (Q083p Bilzen, ...
Q001p Zonhoven),
drē̜jbaŋk (L426p Buchten, ...
Q027p Doenrade,
L381p Echt,
Q019b Groot Genhout,
Q095p Maastricht,
L382p Montfort,
L294p Neer,
Q015p Stein),
dręjbaŋk (P176b Bevingen, ...
L421p Dilsen,
L321p Neeritter),
dręjbāŋk (Q095p Maastricht),
drīǝbaŋk (Q111p Klimmen),
drīǝnbaŋk (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q119p Eygelshoven,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
drōwǝbaŋk (P047p Loksbergen),
drǫwǝjbãŋk (K353p Tessenderlo),
drǭjbaŋk (K317p Leopoldsburg),
drɛjba.ŋk (L318d Altweert
[(mv drɛjbɛ.ŋk)]
, ...
L318e Altweerterheide
[(mv drɛjbɛ.ŋk)]
,
L287p Boeket
[(mv drɛjbɛ.ŋk)]
,
L289h Boshoven
[(mv drɛjbɛ.ŋk)]
,
L288c Eind
[(mv drɛjbɛ.ŋk)]
,
L289a Hushoven
[(mv drɛjbɛ.ŋk)]
,
L318a Keent
[(mv drɛjbɛ.ŋk)]
,
L288b Laar
[(mv drɛjbɛ.ŋk)]
,
L289b Leuken
[(mv drɛjbɛ.ŋk)]
,
L288p Nederweert
[(mv drɛjbɛ.ŋk)]
,
L288a Ospel
[(mv drɛjbɛ.ŋk)]
,
L318b Tungelroy,
L289p Weert
[(mv drɛjbɛ.ŋk)]
),
drɛjbaŋk (L318d Altweert, ...
L287p Boeket,
L289h Boshoven,
L328p Heel,
L291p Helden,
L330p Herten,
L330p Herten,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L369p Kinrooi,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L424p Meeswijk,
L288p Nederweert,
L321p Neeritter,
L216a Oostrum,
L288a Ospel,
L290p Panningen,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
Q099q Rothem,
L331p Swalmen,
L318c Swartbroek,
L270p Tegelen,
L271p Venlo,
L289p Weert),
drɛjbãŋk (L165p Heijen, ...
L217p Meerlo,
L159a Middelaar,
L192a Siebengewald,
L213p Well),
drɛjǝbaŋk (P219p Jeuk),
drɛ̄baŋk (Q083p Bilzen),
drɛ̄jba.ŋk (Q005p Zutendaal),
drɛ̄jbāŋk (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L163p Ottersum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
houtdraaibank:
hǫwt˱drɛjbaŋk (L330p Herten, ...
L299p Reuver),
tour:
tūǝr (P213p Niel-Bij-Sint-Truiden)
|
Werkbank waarop met verschillende houtdraaibeitels naven en spaken gedraaid en gevormd worden. Er waren verschillende soorten draaibanken. Een ervan was de (primitieve) houten draaibank die door middel van een door de draaier met de voet op en neer bewogen treeplank een draaiende en weer terugdraaiende beweging aan het naafblok gaf. In Lommel (K 278) kende men vroeger een draaibank die werd aangedreven door een groot vliegwiel aan de wand; dit werd door een of twee personen aan het draaien gehouden zodat de draaier zich helemaal kon richten op het werken met de beitels en gutsen (Theuwissen, pag 291/293). Vgl. ook afb. 181. De draaibank uit Echt (L 381) werd aanvankelijk door een hond in beweging gebracht; ze was helemaal uit hout vervaardigd. In modernere wagenmakerijen werden draaibanken gebruikt die door een electromotor worden aangedreven. Dergelijke draaibanken bestaan uit twee horizontaal geplaatste, metalen balken, waarop twee koppen, een vaste en een verschuifbare, zijn gemonteerd. De vaste kop vormt de behuizing voor de motor of voor het overbrengingsgedeelte met poelie en aandrijfsnaar. De tweede kop kan op het bed worden verschoven en wordt vastgezet met een verstelknop. In beide koppen is een center aangebracht, waarmee het werkstuk in de draaibank kan worden vastgezet. Tussen beide koppen bevindt zich de leunspaan, een verstelbare metalen steun, waarop de draaibeitel tijdens het draaien wordt gesteund. In modernere wagenmakerijen stonden soms ook speciale houtbewerkingsmachines waarop alle werkzaamheden konden worden uitgevoerd die nodig waren voor het maken van een houten wagenwiel. Op deze machines konden niet alleen naven worden gedraaid, maar ook de spakengaten worden gefreesd en de gaten voor de asbus in de naaf worden geboord. Tevens konden met deze machine spaken bewerkt worden. [N G, 7a; N 47, 1; N 53, 228a; monogr.] || Werktuig waarmee metaal kan worden bewerkt. Een horizontale draaibank bestaat meestal uit een bed waarop alle overige machine-onderdelen zijn bevestigd, een vaste kop waarop zich het aandrijfmechanisme met drijfplaat of klauwplaat bevindt, een losse kop met center en een verplaatsbare overlangsslede of support waarop de draaibeitel in een beitelhouder kan worden gemonteerd. Zie ook de toelichtingen bij de volgende lemmata. Met de draaibank kunnen onder meer cilindervormige voorwerpen in- en uitwendig worden gedraaid, voorkanten worden afgevlakt, profielen worden gedraaid en men kan er schroefdraad mee snijden. Volgens de invuller uit Q 116 was de draaibank bij een smid niet gebruikelijk. [N 33, 222; monogr.]
II-11, II-12
|