29267 |
drijfriem |
band:
bant (Q083p Bilzen),
drijfriem:
drifrīm (L159a Middelaar),
drīfrim (L213p Well),
drīfrēm (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
L299p Reuver,
Q121b Spekholzerheide),
drīfręjm (Q284p Eupen),
drīfrīm (L165p Heijen, ...
L217p Meerlo,
L192a Siebengewald),
kijlriem:
kęjlrēm (Q121b Spekholzerheide),
kī.lrēm (Q099q Rothem),
poeliesnaar:
plisnǭr (L382p Montfort),
pǫlīrsnār (P176b Bevingen),
riem:
rim (Q086p Eigenbilzen, ...
P219p Jeuk),
rēm (Q121p Kerkrade, ...
Q116p Simpelveld),
rīm (K353p Tessenderlo),
riemsnaar:
rēmšnǭr (L330p Herten),
snaar:
snǭr (L289p Weert),
šnār (Q121b Spekholzerheide),
šnǭr (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
v-riem:
vērēm (Q005p Zutendaal),
vērīm (Q083p Bilzen),
vęjrim (P047p Loksbergen),
v-snaar:
vēsnār (L159a Middelaar),
vēsnǭr (L165p Heijen, ...
L217p Meerlo,
L321p Neeritter,
L216a Oostrum,
L192a Siebengewald,
L213p Well)
|
De riem die de aandrijfkracht van de motor overbrengt op de poelie. [N 53, 228b] || De riem die over het spoelwiel lopend de spil met spoelpijp van de pijpenspoel ronddraait. [N 39, 101b] || Riem of snaar, vaak met trapeziumvormige doorsnede, die over schijven loopt en dient om de beweging van het ene machinedeel over te brengen op het andere. Vgl. voor het woordtype kijlriem (Q 99*, 121b) ook het Duitse keilriemen. [N 33, 259; monogr.]
II-11, II-12, II-7
|