29718 |
droogplaats |
baan:
bãn (L210p Venray),
bā.n (Q017p Elsloo),
bān (L381p Echt, ...
Q121p Kerkrade,
Q111p Klimmen,
L322a Nunhem
[(8 slagen: slē̜x dat wil zeggen 8 vormelingen naast elkaar)]
,
Q020p Sittard,
Q121b Spekholzerheide,
L270p Tegelen),
bǭn (Q083p Bilzen, ...
Q095p Maastricht,
L163a Milsbeek),
plei:
plęj (Q211p Bocholtz)
|
Het gedeelte van de steenbakkerij waar de vormelingen werden omgeslagen om te drogen tot ze hanteerbaar waren. De droogplaats werd voor de campagne gëgd, zonodig met zand opgevuld en met een verzwaard raamwerk gesleept, zodanig dat het oppervlak naar de kanten licht afhelde. Vervolgens werd het geheel gewalst - Geuskens, pag. 97. Drie meter breedte van de baan werd in Q 17 een zats (zats) genoemd. Was zoɛn stuk volgelegd, dan werd de vormtafel verplaatst. Zie ook het lemma ɛomzettenɛ.' [N 98, 95; monogr.]
II-8
|