25701 |
eest |
ast:
as (P120p Alken),
eest:
eest (L250p Arcen),
ēs (L325p Horn, ...
L377p Maasbracht),
ēsdjǝ (L318p Stramproy),
ēst (L331p Swalmen, ...
L289p Weert),
ēšdǝ (L318p Stramproy),
ęjsǝ (L289p Weert),
ęsdǝ (Q095p Maastricht, ...
Q099p Meerssen),
ęst (L294p Neer),
ɛs (L210p Venray),
ɛsdǝ (Q095p Maastricht, ...
Q032p Schinnen),
ɛšdǝ (L325p Horn),
ɛšǝ (L289p Weert),
eesthuis:
ę̄štǝš (Q020p Sittard),
onderste eest:
ǭndǝrstǝ ɛsdǝ (Q095p Maastricht),
touraille:
touraille (P180p Kerkom)
|
De oven waarin de gekiemde gerst wordt gedroogd en eventueel bij een bepaalde temperatuur wordt geroosterd. Zie afb. 3. De invuller uit L 210 vermeldt dat de onderste eest wordt gebruikt voor dit proces. Ook het woordtype "onderste eest" (Q 95) wijst daarop. De zegsman uit Q 20 merkt op dat men de gerst bracht naar het eesthuis, waaronder zich een oven bevond. Zie ook de semantische toelichtingen bij de lemmata ''eesten'', ''drogen, vooreesten'' en ''moutzolder''. [N 35, 5; N 35, 13; N 35, 3; monogr.]
II-2
|