32733 |
eindvoor |
le(t)ste voor:
lęi̯.stǝ [voor] (Q152p Kerniel),
lęstǝ [voor] (K318p Berverlo, ...
L288c Eind,
L372p Maaseik,
L332p Maasniel,
K315p Oostham,
L416p Opglabbeek,
Q194p Rijckholt,
K353p Tessenderlo),
lętstǝ [voor] (Q002c Bokrijk, ...
L292p Heythuysen,
Q098p Schimmert,
Q116p Simpelveld,
L270p Tegelen),
lę̄.stǝ [voor] (P118p Kozen),
lę̄stǝ [voor] (L192p Bergen, ...
L291p Helden,
L209p Merselo,
L115p Mook,
L163p Ottersum),
lɛ ̝tstǝ [voor] (Q211p Bocholtz),
lɛstǝ [voor] (Q155a Neerrepen),
uitbouw:
ūt˱bǫu̯ (L265b Kronenberg)
|
Dit lemma omvat enkele benamingen die werden opgegeven of door hun algemeenheid bruikbaar konden worden geacht voor zowel de laatste voor in het midden als voor die aan de zijkant van de akker.
I-1
|