32558 |
fruitmand |
aardsbeziënmandje:
ɛrts˱bēzǝmē̜ntjǝ (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
appelkorf:
apǝlkø̜rǝf (P176p Sint-Truiden
[(voor 15-20 kg appels)]
),
ben:
bɛn (P176p Sint-Truiden),
flat:
flat (Q162p Tongeren
[(meervoud: flatǝ)]
),
flats:
flats (P176p Sint-Truiden),
fruitkorf:
frø̜jtkø̜̄rǝf (Q095p Maastricht),
fruitmand:
frø̜jtmanj (L423p Stokkem),
kersenflats:
kjōwzǝflats (Q157p Jesseren),
kersenkorf:
kēzǝkø̜rǝf (P176p Sint-Truiden
[(10 kg kersen)]
),
pruimenflats:
prǭwmǝflats (Q157p Jesseren)
|
Algemene benaming voor een mand of korf voor het bewaren en/of vervoeren van fruit. Het woordtype flats, dat door respondenten uit Haspengouw werd opgegeven, is -in het enkelvoud- eigenlijk een benaming voor een, vaak vierhoekige, exportmand. In het Tongers woordenboek (pag. 152) wordt de flat omschreven als een ronde korf met onder en boven een doorsnede van 30 cm en een hoogte van 15 √† 20 cm; de korf wordt gebruikt om er kersen en pruimen in te bewaren. Kennelijk wordt de vorm met eind -s in sommige plaatsen in Haspengouw ook voor het enkelvoud gebruikt. Vgl. het Sint-Truidens woordenboek s.v. flats, ø̄ronde fruitkorfø̄. [N 40, 96; N 40, 97; N 40, 107; monogr.]
II-12
|