25468 |
gereedschap waarmee men de darmen schoonmaakt |
gespleten braam:
gǝšpliǝtǝ brīǝm (Q202p Eys),
hand:
hant (Q011a Kotem),
houten kraan:
houten kraan (L270p Tegelen),
houtje:
hø̄tšǝ (Q118a Terwinselen),
krabber:
krɛbǝr (L331p Swalmen),
plank:
plaŋk (K278p Lommel),
plankje:
plankje (Q121c Bleijerheide, ...
L330p Herten,
Q121p Kerkrade),
plęŋkskǝ (Q156p Borgloon, ...
L265p Meijel),
plɛŋkskǝ (L291p Helden, ...
Q121p Kerkrade,
L211p Leunen,
Q095p Maastricht,
L312p Neerpelt,
L290p Panningen,
L432p Susteren),
plɛŋskǝ (L426p Buchten),
plɛŋškǝ (Q113p Heerlen),
riet:
rit (P176p Sint-Truiden),
roetje:
rūjkǝ (P176p Sint-Truiden),
schrab:
šrab (Q187a Heugem),
schrabber:
sxrabǝr (L413p Helchteren, ...
L289p Weert),
šrabǝr (Q009p Maasmechelen, ...
L318b Tungelroy),
šrɛbǝr (L320a Ell),
twee stekjes:
twī stɛkskǝs (Q009p Maasmechelen),
vlijm:
vlīm (L377p Maasbracht),
wis:
wis (P176p Sint-Truiden),
wiǝs (P177p Zepperen),
węs (P050p Herk-de-Stad),
wisje:
wi-jǝskǝ (Q078p Wellen),
wiskǝ (Q071p Diepenbeek)
|
Behalve de voorafgenoemde gereedschappen ''mes'', ''lepel'', ''balein'' en ''(haar)speld'' (zie de desbetreffende lemmata) gebruikt men nog verschillende andere middelen om de darmen schoon te maken. In ieder geval moeten de voorwerpen bot zijn, omdat een scherp gereedschap de darm gemakkelijk zal beschadigen. [N 28, 118]
II-1
|