32001 |
gereedschapsgleuf |
achterlade:
axtǝrlāj (L270p Tegelen),
bak:
bak (K317p Leopoldsburg),
bankenlade:
baŋkǝlā (Q020p Sittard),
gereedschapbak:
gǝrētšap˱bak (L387p Posterholt),
gereedschapsbak:
gǝrētšaps˱bak (Q204a Mechelen),
gereibak:
gǝręjbak (L387p Posterholt),
getuigbak:
gǝtȳx˱bak (Q204a Mechelen),
lade:
lāj (L271p Venlo),
schaafbak:
šǭf˱bak (Q083p Bilzen),
werklade:
werǝklāj (L330p Herten),
werktuiglade:
węrǝktsyxlā (Q121c Bleijerheide)
|
De gleuf aan de achterkant van het werkbankblad, waarin gereedschap kan worden gelegd. Zie ook afb. 113. [N 53, 208b; monogr.]
II-12
|