e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gier uitrijden (gier) uitereenvaren: usǝrēvārǝ (Simpelveld), (het land) sausen: sǫu̯sǝ (Neeritter), (het) huisje varen: hø̜i̯skǝ vǭ.rǝ(n) (Overpelt), t ęskǝ vārǝ (Hasselt), (n)aalwater varen: [(n)aalwater] vārǝ (Bleijerheide, ... ), (n)aalzeik varen: [(n)aalzeik] ˲vārǝ (Bleijerheide, ... ), aal varen: [aal] vārǝ (Beek, ... ), aalwater afvaren: ālwātǝr af˲vārǝ (Oirsbeek), beer rijden: bɛ̄r rē̜i̯ǝn (Lommel), beer varen: [beer] vārǝ (Waubach), [beer] vǭ.rǝ(n) (Overpelt), vǫǝrǝn (Lommel), beer voeren: bēǝr vȳrǝn (Kwaadmechelen), beren: bē ̞ǝrǝ (Hoensbroek), bērǝ (Hasselt), bē̜rǝ (Brunssum, ... ), bē̜ǝrǝn (Oostham, ... ), bɛ̄rǝ (Lommel), branden: branǝ (Waltwilder), citerne varen: sitɛr vārǝ (Mechelen), sitɛrn(ǝ) vǭrǝ (Oost-Maarland), sǝtɛr vārǝ (Cadier), citernen: sǝtē̜rǝ (Rijckholt), sǝtɛrǝ (Gronsveld, ... ), de beerput leegmaken: dǝ bē̜rpøt lē̜xmākǝ (Lottum), de citerne leegvaren: dǝ(r) sitɛr lēi̯x˲vārǝ (Mechelen), dǝr sǝtɛr lēx˲vārǝ (Margraten), de kelder leegkruien: dǝ kɛ̄ldǝr Iē̜xkryi̯ǝ (Siebengewald), de kelder naar het land varen: dǝ kɛldǝr nǭ ǝt lɛntj ˲vārǝ (Urmond), de mestpoel naar het land varen: dǝ męspōl nǭ ǝt lɛntj ˲vārǝ (Urmond), de strontput leegmaken: dǝ strōntpøt lē̜xmākǝ (Bergen), de zeikbassin uitvaren: dǝr zēk˱bǝzɛ ̝ŋ ūs˲vārǝ (Simpelveld), de zeikkelder leegvaren: dǝr zēkkaldǝr lē̜x˲vārǝ (Margraten), gier brengen: gīr breŋǝ (Heugem), gier varen: [gier] vārǝ (Bocholtz, ... ), [gier] vǭrǝ (Achel), gieren: gīrǝ (Baarlo, ... ), goede varen: gōi̯ǝ vā.rǝ (Bree), het huisje halen: t ęskǝ hālǝ (Hasselt), het huisje leegdragen: ǝt h˙ø ̞i̯skǝ lē̜x˱drāgǝ (Cadier), het huisje leegkruien: ǝt hȳskǝ Iē̜xkryi̯ǝ (Siebengewald), het huisje leegmaken: ǝt hȳsxǝ lē̜ǝxmāxǝ (Simpelveld), ǝt h˙ø ̞i̯skǝ Iē̜xmākǝ (Cadier), het huisje uitdragen: ǝt hyskǝ ū.t.drāgǝ (Margraten), het huisje uitvaren: t hyskǝ(n) ūt˲vārǝ (Heythuysen), huisjesmest naar de hof brengen: hȳskǝsmēst nǫr dǝn hǫf˱ bręŋǝ (Aijen), kiebelen: kebǝlǝ (Sittard), mestpoel varen: męspōl vā.rǝ (Rothem), męspōl vǭrǝ (Oost-Maarland), mestwater varen: [mestwater] vārǝ (Margraten, ... ), met de zeikkar varen: met ˲dǝ zęi̯kkɛr vārǝ (Neer), met de zeikton naar het veld rijden: mę dǝ zęi̯.ktǫn nø̜ t ˲vǝ.lt ri̯ǝ (Neerpelt), met de zeikton varen: met ˲dǝ zęi̯kton vārǝ (Aijen, ... ), met het vat gaan: met˱ ǝt ˲vā.t ˲gǭn (Klimmen), met het zeikvat varen: met˱ ǝt ˲zęi̯k˲vāt ˲vā.rǝ (Beek, ... ), putten: pø̜tǝ (Munstergeleen), spreiden: sprę ̞i̯ǝ (Merselo), spritsen: špritsǝ (Bleijerheide), stront varen: stro.nt ˲vārǝ (Kronenberg), tonnen: tonǝ (Amstenrade, ... ), verspreiden: vǝršprɛi̯ǝ (Rijckholt), vǝršpr˙ęi̯ǝ (Simpelveld), water varen: wātǝr vārǝ (Geleen, ... ), zeik halen: zēk hālǝ (Hasselt), zeik kruien: zęi̯k krøi̯ǝ (Mook, ... ), zeik naar de hof kruien: zę ̞i̯k nǫr dǝn hǫf kryi̯ǝ (Merselo), zeik tonnen: zę ̞i̯k tonǝ (Merselo), zeik uitkruien: zēk ǭǝtkrǭu̯ǝ (Zonhoven), zeik uitvaren: [zeik] aut˲vǭ.rǝ (Tongeren), [zeik] ǭ.t˲vō˱.rǝ (Godschei), zeik varen: [zeik] ˲vã.rǝ (Hasselt, ... ), [zeik] ˲vā.rǝ (As, ... ), [zeik] ˲vārǝ (Aijen, ... ), [zeik] ˲vǫu̯.ǝrǝn (Kwaadmechelen), [zeik] ˲vǭ ̞.rǝ (Bokrijk, ... ), [zeik] ˲vǭ.rǝ (Beverst, ... ), [zeik] ˲vǭ.rǝ(n) (Houthalen, ... ), [zeik] ˲vǭ.ǝrǝ (Val-Meer), [zeik] ˲vǭ.ǝrǝn (Achel, ... ), [zeik] ˲vǭarǝ (Opheers, ... ), [zeik] ˲vǭrǝ (Berverlo, ... ), [zeik] ˲vǭǝrn (Zonhoven), zeik voeren: [zeik] ˲vȳ(i̯)rǝ (Gingelom, ... ), [zeik] ˲vȳrǝ (Rummen), zeiken: zęi̯kǝ (Gingelom, ... ), zeikwater varen: [zeikwater] vārǝ (Heerlen, ... ) Onder gier uitrijden wordt verstaan het totaal van de volgende handelingen: gier in de gierton pompen of scheppen, gier naar het land vervoeren en aldaar al rijdende verspreiden. De termen aan het einde van dit lemma zijn meer van toepassing op het leegmaken van de beerput, een aparte put waarop de w.c. is aangesloten. De inhoud van deze put werd meestal in een ton op de kruiwagen of in een draagton naar de moestuin, de boomgaard of de huisweide gebracht en daar verspreid. [N 11, 21; N 11A, 51a + 51b + 52; JG 1a; A 9, 26 add.; div.; monogr.] I-1