30652 |
goudoplegger |
bladgoudpinsel:
blatjōtpinzǝl (Q121p Kerkrade),
goudborsteltje:
gōt˱bǫsǝlkǝ (Q071p Diepenbeek),
goudlegger:
gǭltlęgǝr (L163p Ottersum),
goudoplegger:
gōt˱oplęgǝr (Q113p Heerlen),
gōt˱ǫplɛgǝr (P219p Jeuk),
gǫltj˱ǫplegǝr (L330p Herten),
gǫwt˱ǫplęgǝr (L426p Buchten, ...
L328p Heel,
Q032p Schinnen),
gǫwt˱ǫplɛgǝr (L267p Maasbree, ...
L265p Meijel),
oplegger:
ǫpleqǝr (L330p Herten),
ǫplęqǝr (Q203p Gulpen, ...
Q111p Klimmen),
verguldkwast:
vǝrgø̜lkwas (Q111p Klimmen)
|
Platte, zeer dunharige kwast. De goudoplegger wordt meestal vervaardigd van eekhoornhaar waarvan één rijtje tussen twee blaadjes dun karton wordt geplakt. De kwast dient voor het opnemen en opbrengen van stukjes bladmetaal. [N 67, 41b]
II-9
|