32678 |
grindelketting |
beugelkettingen:
bø̄gǝlkęteŋǝ (L270p Tegelen),
dubbelketting:
dø ̝bǝlkęteŋ (L286p Hamont),
evenaarketting:
ę̄vǝnǝrkęteŋ (L248p Lottum),
grindel:
gr ̇eŋǝl (Q116p Simpelveld),
gre.ŋǝl (L419a Heppeneert, ...
Q084p Waltwilder),
greŋǝl (L429a Berg, ...
L321p Neeritter),
grē.ndǝl (Q191p Cadier),
gręŋǝl (P184p Groot-Gelmen),
grindelkettel:
grendǝlkętǝl (Q096d Smeermaas),
greŋǝlkętǝl (Q099q Rothem),
grē.ndǝlkętǝl (Q187p Sint Pieter),
grindelketten:
gr ̇eŋǝlkę.tǝ (Q116p Simpelveld),
grindelketting:
gre.ŋǝlkęteŋ (L419p Elen, ...
Q009p Maasmechelen),
grendǝlkęteŋ (L268p Velden),
grenjǝlkęteŋ (L291p Helden),
grenǝlkęteŋ (L365p Wijshagen
[(aan de wentelploeg)]
),
greŋǝlkęteŋ (L374p Thorn, ...
L268p Velden),
grindǝlkęteŋ (L209p Merselo),
reŋǝlkęteŋ (L426z Holtum),
grindelkettingen:
grendǝlkęteŋǝ (L268p Velden),
grenjǝlkęteŋǝ (L290p Panningen),
greŋǝrkęteŋǝ (L270p Tegelen),
greǝlkęteŋǝ (L426p Buchten, ...
Q111p Klimmen),
grindelshaak:
greŋǝlshǭk (Q192p Margraten),
grindelskettel:
grē.ndǝlskętǝl (Q198b Oost-Maarland),
grindelsketten:
greŋǝlskętǝ (Q192p Margraten, ...
Q204a Mechelen),
grindelsketting:
gre.ndǝlskęteŋ (L248p Lottum),
greŋdǝlskęteŋ (L266p Sevenum),
greŋǝlskęteŋ (L331b Boukoul, ...
Q204a Mechelen,
Q118p Schaesberg,
L331p Swalmen),
haltereketting:
hãltǝrǝkęteŋ (L115p Mook
[(mv -s)]
),
halterkettings:
hãltǝrkęteŋs (L192b Aijen, ...
L164p Gennep,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L192a Siebengewald),
kettelen:
kętǝlǝ (Q187p Sint Pieter, ...
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
kettels:
kętǝls (P222p Opheers),
ketting:
kęteŋ (Q002p Hasselt, ...
L361p Tongerlo),
kettingen:
kęteŋǝ (L215p Blitterswijck, ...
Q033p Oirsbeek),
kęteŋǝn (L282p Achel, ...
L314p Overpelt),
kling:
kleŋ (L387p Posterholt),
ploegkettelen:
plōxkętǝlǝ (Q198b Oost-Maarland),
ploegkettingen:
plōxkęteŋǝ (L321p Neeritter, ...
L270p Tegelen),
scheer:
sxīǝr (Q002a Godschei),
scheer van de kam:
sxīǝr van a ka.mp (Q002p Hasselt
[(dubbele ketting tussen kam en stang)]
),
schevelketting:
sxę̄vǝlkęteŋ (L209p Merselo),
spanketting:
spankęteŋ (L282p Achel),
stelkettel:
štęlkętǝl (Q191p Cadier),
stelketting:
stęlkęteŋ (L192b Aijen),
stremkettel:
štrɛmkętǝl (Q194p Rijckholt),
trekblokketting:
tręk˱blǫkkęteŋ (L248p Lottum),
trekkettels:
trękkętǝls (P175p Gingelom),
trekketting:
trękkęteŋ (L192b Aijen, ...
Q027p Doenrade,
L246p Horst,
L289a Hushoven,
L265b Kronenberg,
L209p Merselo,
L159a Middelaar,
L192a Siebengewald,
Q116p Simpelveld,
L318b Tungelroy,
L268p Velden),
trekkettingen:
trękkęteŋǝ (L322p Haelen, ...
L332p Maasniel,
L312p Neerpelt),
verbindingsketting:
vǝrbeŋeŋskęteŋ (L265b Kronenberg),
verstelkettel:
vǝrštɛlkętǝl (Q194p Rijckholt),
zadelkettingen:
zālkkętǝŋǝ (L295p Baarlo),
zadelpondkettingen:
zālpontketeŋǝ (Q035p Brunssum),
zǭlpǫntkęteŋǝ (Q019p Beek, ...
Q098p Schimmert)
|
De in dit lemma verenigde termen zijn van toepassing op a) de dubbele ketting die bij de oude houten karploeg de ploegboom vanaf de beugel verbond met het wielenstel; b) de dubbele, soms enkele ketting die bij de voetploeg de verstelbare verbinding vormde tussen ploegkam en grindelstang; c) de meestal enkele verbindingsketting tussen de ploegboom en het wielenstel van de latere, al dan niet wentelbare ijzeren karploeg). Voor een ordening van deze kettingnamen naar het soort van ketting, de bevestiging ervan en/of het ploegtype dat ermee was uitgerust, was het materiaal niet volledig noch duidelijk genoeg. De enkelvoudsvormen hebben nu eens op een enkele ketting betrekking, dan weer op een dubbele ketting die als een geheel wordt gezien, terwijl met de meervoudsvormen zowel een dubbele als een V-vormig aangebrachte enkele ketting bedoeld kan zijn. Voor de betekenis van het samenstellingsdeel grindel zij in het algemeen verwezen naar het lemma ploegboom. Een enkele keer echter lijkt dit woorddeel inhoudelijk meer overeen te komen met het hieronder vermelde simplex grindel, dat ook in de lemmata grindelstang en ploegkam voorkomt en dat waarschijnlijk op te vatten is als het door ketting en/of stang en/of kam met toebehoren gevormde geheel, dat de trekkracht onder de ploegboom door overbrengt op de achterploeg. Voor de samenstellingsdelen halter, beugel en zadel(pond) zie men het vorige lemma. [N 11, 31.II.n + 31.IV.c; N 11A, 97k + 98c; monogr.]
I-1
|