30129 |
halfsteensverband |
gewone muur:
gǝwūǝnǝ mūr (P176p Sint-Truiden),
gewoon strekverband:
gǝwuwǝn strɛk˲vǝrbánt (K353p Tessenderlo),
gewoon verband:
gǝwun vǝrbant (Q003p Genk),
gǝwōn vǝrbant (Q100p Houthem, ...
Q101p Valkenburg),
halfsteensverband:
hafstęjns˲vǝrbānt (Q193p Gronsveld, ...
Q194p Rijckholt),
halǝfstęjns˲vǝrbant (L320a Ell, ...
L289b Leuken,
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
L289p Weert),
halǝfstęjns˲vǝrbantj (L320c Haler, ...
L382p Montfort,
L321p Neeritter,
L318b Tungelroy),
halǝfstęjns˲vǝrbānt (L364p Meeuwen),
halǝfstęns˲vǝrbant (L211p Leunen, ...
L364p Meeuwen,
L265p Meijel),
halǝfstęns˲vǝrbãnt (L210p Venray),
halǝfstęns˲vǝrbānt (L163p Ottersum),
halǝfštēns˲vǝrbant (Q039p Hoensbroek),
halǝfštęjns˲vǝrbant (L270p Tegelen),
halǝfštęjns˲vǝrbantj (L330p Herten, ...
L432p Susteren),
halǝfštęjns˲vǝrbaŋk (L270p Tegelen),
halǝfštęns˲vǝrbant (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
halǝfštęns˲vǝrbaŋk(t) (L290p Panningen),
hawfstęjns˲vǝrbant (L360p Bree, ...
Q018p Geulle,
Q013p Uikhoven),
hawfštęjns˲vǝrbant (Q111p Klimmen, ...
Q099q Rothem,
Q098p Schimmert,
Q097p Ulestraten),
hálǝfstījǝns˲vǝrbant (K353p Tessenderlo),
hǫafštēs˲vǝrbaŋk (Q117a Waubach),
hǫwǝfstęjns˲vǝrbãnt (L316a Lozen),
hǭfštęŋs˲vǝrbānt (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
halfsteenverband:
halǝfstęjnvǝrbant (L271p Venlo),
halfstenesverband:
hǫafšteŋs˲vǝrbaŋk (Q117a Waubach),
hǭfštęŋs˲vǝrbaŋk (Q121c Bleijerheide, ...
Q121p Kerkrade),
hǭǝfšte ̞ŋs˲vǝrbaŋk (Q113p Heerlen),
metselverband:
mętsǝlvǝrbant (Q111p Klimmen),
panneresse-verband:
panrɛs˲vǝrbant (Q083p Bilzen),
strekverband:
strek˲vǝrbānt (Q198a Mesch),
štrɛk˲vǝrbānt (Q202p Eys),
verband:
vǝrbant (L414p Houthalen)
|
Metselverband dat doorgaans wordt toegepast bij halfsteensmuren. Het bestaat uitsluitend uit strekkenlagen. De kopvoegen van een laag bevinden zich midden boven de strekken van de onderliggende laag. Zie ook afb. 34. ø̄In dit verband is de steen op zijnen platte kant en volgens zijne lengte gelegd, zoodat aan het buitenvlak van den muur enkel de streksche kant te zien isø̄ (Van Keirsbilck, pag. 400). [N 31, 24a; monogr.]
II-9
|