e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
handmolen boerenmolen: buwǝrǝmø̄lǝ (Lommel), graanmolen: graanmolen (Maasniel), grutmolen: grøt[molen] (Epen, ... ), gruttenmolen: grøtǝmø̄.lǝ (Swalmen), handmolen: ha.nt[molen] (As, ... ), ha.ntj[molen] (Swalmen), hant[molen] (Holtum, ... ), hantj[molen] (Haelen, ... ), haŋk[molen] (Tegelen), hãnt[molen] (Middelaar), handmolentje: ha.ntmø̄lǝkǝ (Diepenbeek), ha.ntmēlǝkǝ (Godschei), ha.ntmīǝlǝkǝ (Beverst, ... ), kaarmolen: kārmø̄lǝ (Montfort), keursmolen: kø̄rsmø̄lǝ (Maasmechelen), korenmannetje: kōrǝmɛnǝkǝ (Paal), korenmolen: kōǝrǝ[molen] (Puth), kǭrǝ[molen] (Klimmen), korenmolentje: kow.rǝmø̄lǝkǝ (Zonhoven), kōrǝmø̄lǝkǝ (Paal), kū.ǝrǝmīǝlǝkǝ (Niel-bij-As, ... ), kwaare: kwār (Achel), kwǫǝr (Achel), kweere: kwę̄rǝ (Swalmen), kweernmolen: kwę̄rmø̄lǝ (Swalmen), kwernmolen: kwęrmmø̄lǝ (Maasmechelen), kwernsmolen: kwęsmø̜lǝ (Holtum), maalgang: mālgaŋk (Baarlo), maalstoel: mālstōl (Maasniel  [(voor graan en ook om te pellen)]  , ... ), meelmolentje: mę̄lmȳlǝkǝ (Oost-Maarland), molen: mø̄lǝ (Weert), pelmolen: pelmolen (Maasniel), pɛlmø̄lǝ (Meijel), schrotmolen: sxrǫt[molen] (Grathem), šrǫt[molen] (Bocholtz, ... ), slagmolen: šlāxmø̄lǝ (Puth), staartmolen: štārtmø̄lǝ (Montfort) Eenvoudige handmolen bestaande uit een koppel molenstenen met kleine spil, zwengel en steenkuip, in sommige gevallen uitgebreid met kaar en maalstoel. De molen werd gebruikt om graan te malen en in voorkomende gevallen ook voor het breken van zaden. De handmolen was in l 159a niet bekend. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [N D, 1; N D, 2; JG 1a] II-3