29331 |
handspil |
stek:
štɛk (L265c Beringe)
|
Primitief gereedschap om te spinnen. Volgens de informant van L 265c is dit een stok met haakje die aan de onderkant verzwaard is met bijv. een aardappel. Door het stokje met de hand tegen het been te rollen verkrijgt men de voor het spinnen noodzakelijke, draaiende beweging. Een moderner spintoestel is het touwslagerswiel. Hiervoor zijn echter geen Limburgse benamingen vastgelegd binnen de enquêtering van de NCDN, al hoewel een met de hand gedraaid wiel wel bekend is aan de informant van P 47 (Loksbergen). Zie voor een uitvoerige beschrijving van het touwslagerswiel en de functie ervan WBD II, afl. 4, pag. 1409-1410. [N 48, 27c]
II-7
|