e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hangende muur hangen: haŋǝ (Kerkrade), hangende muur: haŋǝndǝ mōr (Helden, ... ), haŋǝndǝ mūr (Jabeek), naar buiten hangen: nǭ būtǝ haŋǝ (Tungelroy), naar buiten over komen: nǭ bū.tǝ øvǝrkōmǝ (Eys), naar buiten springen: nǭ būtǝ špreŋǝ (Waubach), naar buiten staan: nǭr būtǝ stōn (Oud-Caberg), naar buiten uit gaan: nǭ bū.tǝn ū.t ˲gǭn (Panningen), niet lood: ni lǫwt (Bilzen), op mich/dich aan komen: ǫp mex˱/dex˱ ā komǝ (Klimmen), over hangen: yǝvǝr haŋǝ (Klimmen), øvǝr haŋǝ (Bleijerheide), over staan: ø̄vǝr stǭn (L320a  [Ell]  ), scheef: šēf (Bilzen), šęjf (Haler), scheef naar buiten staan: sxē̜f nǫr bytǝ stǭn (Venray), scheef staan: šęjf stǭn (Montfort), šęjf štǭn (Herten), scheve muur: sxēvǝ mūr (Zonhoven), šęjf mōr (Heythuysen), te sterk: tsǝ štɛ̄rǝk (Kerkrade), tǝ štɛ.rǝk (Heerlen), te stijf: tǝ stēf (Mopertingen), te zoet: tǝ zø̄t (Ulestraten), uit het lood: āt˱ ǝt lūǝt (Sint-Truiden), ū.t˱ ǝt lū.t (Hoensbroek, ... ), ūs˱ ǝt luǝt (Kerkrade), ūt˱ ǝt loat (Geulle, ... ), ūt˱ ǝt lǭt (Weert), uit het lood hangen: ūt˱ ǝt loat ~ (Susteren), ūt˱ ǝt loǝt haŋǝ (Schimmert), ūt˱ ǝt luǝt ~ (Tegelen), uit het lood staan: yt˱ ǝt lōt stǭn (Leunen), ūt˱ ǝt l ̇ōt štǭn (Roermond), ūt˱ ǝt lyt stǫan, stȳn (Bree), ūt˱ ǝt lūǝt štǫa (Heerlen), uit lood: ūt lōǝt (Leuken, ... ), ūt lūǝt (Weert), vliegen: vliegen (Hoensbroek), vligǝ (Ottersum, ... ), vlēgǝ (Lozen, ... ), vlīgǝ (Meijel), voorover hangen: vē̜rīvǝr haŋǝ (Meeuwen), vīrījǝvǝr háŋǝ (Genk), vǭrovǝr haŋǝ (Noorbeek, ... ), voorover komen: vø̄rø̄vǝr komǝ (Sittard) Muur die naar buiten overhelt. Wanneer zo'n muur in Q 19 met behulp van het schietlood werd gecontroleerd, zei men: 'het lood hangt vrij' ('ǝt lwǫat heŋk ˲vrij'). [N 31, 11a; N 31, 11c; monogr.] II-9