e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hangsteiger dakstoel: dakštōl (Schimmert), dekstoel: dękštōl (Klimmen), hangsteiger: (h)aŋstęjgǝr (Borgharen, ... ), hangstoel: haŋstul (Houthalen), haŋštōl (Bleijerheide), haŋštōǝl (Nieuwenhagen, ... ), paardje: pɛrtjǝ (Sevenum), schuitje: sxȳtjǝ (Sevenum), steiger: stęjgǝr (Ell, ... ), zit: zet (Diepenbeek) Steiger waarop de dakdekker staat wanneer hij het onderste deel van de dakbedekking vervaardigt. De steiger bestaat uit vier planken die op zogenaamde steigerbokken rusten. Het geheel wordt met touwen aan de muur bevestigd. Zie ook het lemma 'Hangende steiger'. Het betreft daar een vergelijkbare steiger die door de metselaar wordt gebruikt. [N F, 11; N 64, 147a] II-9