31302 |
hardingsmiddel |
hard-öl:
hē̜ǝt˱ø̜ǝl (Q121p Kerkrade
[(voor het harden van beitels)]
),
leswater:
lęšwātǝr (Q111p Klimmen),
leuter:
lęjtǝr (Q083p Bilzen
[(zeepsop van bruine of groene zeep)]
),
machine-olie:
mǝšinǝōli (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
olie:
wølǝ (Q086p Eigenbilzen),
ōlǝ (P047p Loksbergen),
ǭli (L299p Reuver),
schaapsongel:
šāps˱ǫŋǝl (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
water:
wasǝr (Q121p Kerkrade, ...
Q116p Simpelveld,
Q121b Spekholzerheide
[(met zout en kali)]
),
water (Q005p Zutendaal),
wātǝr (L291p Helden, ...
L290p Panningen,
L299p Reuver),
wǫtǝr (Q083p Bilzen
[(met zout)]
),
wǭtǝr (Q086p Eigenbilzen),
wɛtǝr (P176b Bevingen, ...
P219p Jeuk),
zoutwater:
zātwātǝr (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
öl:
ø̜̄l (Q116p Simpelveld)
|
In dit lemma zijn de verschillende vloeibare producten die bij het harden kunnen worden gebruikt, bijeengeplaatst. [N 33, 342]
II-11
|