e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heksenvlechten duivelsvlechten: dȳvǝlsvlɛxtǝ (Nederweert), gekloven maanstrang: gǝklūǝ.vǝ mǭ.nstrā.ŋk (Genk), heksenbezem: hɛksǝbsǝm (Ottersum), heksenvlechten: hęksǝvlē̜xtǝ (Panningen), hɛksǝvlɛxtǝ (Berverlo, ... ), kladder: klatǝr (Tongeren), knopen: knīpǝ (Hasselt), krauw: krōu̯ (Moresnet  [(schurft)]  ), maan in de kladder: mōn en dǝ kladǝr (Bokrijk), manelknop: mānǝlknǫp (Heerlerheide  [(knoop in de manen)]  ), pop in de manen: pup ęn dǝ mǭǝnǝ (Gingelom  [(pop: streng)]  ), ruwe manen: ruu̯ mānǝ (Thorn), speknak: špɛknak (Heerlerheide), streng: štręŋ (Puth  [(dooreengevlochten kluwen haar)]  ), tressen: trɛsǝ (Leopoldsburg), verkeerde stroef: vǝrkirdǝ štrǫu̯f (Gronsveld), warboel: warǝbul (Hulsberg), weerborstel: wē̜rbǫrstǝl (Blerick), weerwas: wērwas (Waubach), wē̜rwas (Neeroeteren), wrong: vroŋ (Zolder) Onontwarbaar kluwen in de manen dat ontstaat doordat vele paarden ''s nachts aan een ketting gebonden worden in plaats van aan een lederen riem. Bij het reiken naar de hooiruif en het op en neer bewegen van het hoofd schuift de ketting over de manenstrang, waardoor ruwe manen (heksenvlechten) ontstaan. Het volksgeloof schreef dit vroeger toe aan het werk van boze geesten, die het paard ''s nachts bereden. [N 8, 22; monogr.] I-9