31606 |
hoefijzerdoorslag |
doorslag:
dȳrslǭx (Q005p Zutendaal),
dørslax (L217p Meerlo, ...
L216a Oostrum,
L192a Siebengewald,
K353p Tessenderlo,
L213p Well),
dørǝxšlāx (Q113p Heerlen, ...
Q111p Klimmen,
Q121b Spekholzerheide),
dø̜jrslax (P047p Loksbergen),
dōrslāx (Q095p Maastricht, ...
L382p Montfort),
dōršlāx (L291p Helden, ...
L330p Herten,
L290p Panningen,
Q099q Rothem,
L432p Susteren),
dū.rslāx (L289p Weert),
doorslagbeitel:
dōrslāx˱bęjtǝl (Q018p Geulle),
doorslagijzer:
dǫwǝrslax˱ęjzǝr (P176b Bevingen),
hoefdoorslag:
huf˱dø̜rslax (L165p Heijen),
hoefijzerdoorslag:
hof˱īzǝrdørǝxšlāx (Q116p Simpelveld),
hōf˱īzǝrdōrslāx (L321p Neeritter),
huf˱ęjzǝrdǫwrslax (P219p Jeuk),
huf˱īzǝrdø̜rslax (L159a Middelaar)
|
Soort smalle beitel met vierkant-spitse punt waarmee de gaten, die in de gleuf van het hoefijzergevormd zijn, worden doorgeslagen. Zie ook afb. 227. [N 33, 361]
II-11
|