22610 |
kaatsbal |
bikkelbal:
biggelbàl (P176p Sint-Truiden),
brikkebal:
Sub brigkele: met de bal spelen.
brigkebal (L372p Maaseik),
brikkelbal:
Sub briggelen, briggelde, gebriggeld: Prikken. Van daar briggelbal = prikkebal = kaatsebal. Nog een voorbeeld dus van ingaande br = pr. Geh. Maaseik.
briggelbal (L372p Maaseik),
kaats:
kaatsj (Q121p Kerkrade, ...
Q117a Waubach),
ne kaats (L292p Heythuysen),
kaatsbal:
kaatsbal (L331p Swalmen),
kaatsebal:
kaatseba.l (K361p Zolder),
kaatsebâl (L318b Tungelroy),
ko"tsebal (K318p Beverlo),
nə katsəbal (P046p Linkhout),
ə kaitsəbal (P048p Halen),
Afl. kaatseballe (ww.).
kaa:tsebal (L329p Roermond),
Kaatsebelke spule.
kaatsebal (L372p Maaseik),
Sub bâl.
kaatsebâl (L289p Weert),
kaatsebol:
kaatsebó.l (K361p Zolder),
kaatsel:
kaatschel (Q101p Valkenburg),
kaatsjel (Q111p Klimmen),
kaotsel (Q193p Gronsveld),
kazjel (Q196p Mheer),
kaatselbol:
Vero. kaatselebo.l.
katselbó.l (K361p Zolder),
kaatselebal:
kaoselebal (Q095p Maastricht),
kaosələba.l (Q095p Maastricht),
Mèt kaoseleballe (of: de kaoselebal) speule.
kaoselebal (Q095p Maastricht),
kaatselebol:
Sub katselbó.l: Vero. kaatselebo.l.
kaatselebo.l (K361p Zolder),
ketsbal:
springkoord-ketsballen~ ketsbal ketsbal-kaatsbal slipperen-ijsbaan glijden schetsen-ijsschaatsen ketsen-kaatsen schulke loepen-over schollen ijs lopen
ketsbal (L286p Hamont),
ketsbol:
ketsboͅl (K353p Tessenderlo),
ketsebal:
keͅtsəbāl (L286p Hamont),
ketsebol:
ketsebôl (L353p Eksel),
Ss. sub kaatsen.
kätsəmboͅl. (K278p Lommel),
kwatsbal:
kwatsbal (P214p Montenaken),
nə kwatsbal (P172p Wilderen),
piela:
pe.jla. (K359p Koersel),
(Daarna kaatsebó.l bè de pîe.la spee.le; idem in Koersel.
pîe.lá (K361p Zolder),
prik:
prik (Q111p Klimmen),
prikbal:
prikbal (L330p Herten (bij Roermond), ...
Q036p Nuth/Aalbeek,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard,
Q101p Valkenburg),
Het spel met de prik(ke)bal is ten opzichte van vroeger, niet veranderd en behoeft daarom geen verdere verduidelijking.
prikbal (L330p Herten (bij Roermond)),
Meisjes spelen gaarne met de prikbal.
pregba.l (L424p Meeswijk),
prikbol:
prikbol (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
prikkebal:
prikk`ba:l (L317p Bocholt, ...
L316p Kaulille),
prikkebal (L374p Thorn, ...
L271p Venlo),
prikkebâl (L318b Tungelroy),
prikkembal (L270p Tegelen),
prikkenbal (L271p Venlo),
Sub prikken.
prikkebal (L371a Geistingen),
prikkeballetje:
klein prikkebelkes (L364p Meeuwen),
snapbal:
snapbal (Q003p Genk),
Geh. Waltwilder. (t Daghet in den Oosten IV, 164)
snapbal (Q084p Waltwilder)
|
1. Kaatsebal. || [Bal]. || [De meisjesspelen: 4]. Het balspel. || [Het meisjesspel met 1, 2, 3, prikkebèl]. || Bal om te snappen. || Bal, speelbal. || Bal, ter beoefening van het meisjes-balspel. || Bal. || Kaatsbal [ZND m] || Kaatsbal (een grote bal, waarmee vooral meisjes speelden. || Kaatsbal (speelgoed). || Kaatsbal, vangbal voor kinderen. || Kaatsbal. || Kaatsbal: kaatsbal. || Kaatsbal: vangbal voor kinderen. || Kaatsebal (elke bal voor het vangbalspel). || Kaatsebal. || Kaatseballen: met de kaatsbal spelen. || kaatsen [RND] || Kinderspeelgoed, balletje om te kaatsen. || Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || Met een bal spelen [ballen, bollen, tossen]. [N 88 (1982)] || Prikbal: Kaatsbal. || Ronde bal, kaatsbal. || Vangbal. || Wetenswaardigheden. [SND (2006)]
III-3-2
|