e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kalkbrij bezetkalk: bǝzɛtkalǝk (Bree), bezetterskalk: bǝzɛtǝrskalǝk (Meeuwen), gebarsten brij: gǝbęstǝ brāj (Tessenderlo), gebluste kalk voor te bezetten: gǝbløs˱dǝ kalǝk ˲vø̜r tǝ bǝzętǝ (Houthalen), gebluste kalk voor te witten: gǝbløs˱dǝ kalǝk ˲vø̜r tǝ wetǝ (Houthalen), kalkdeeg: kalǝk˱dēx (Kerkrade), kalkspijs: kalǝkšpīs (Munstergeleen), kuilkalk: kulkalǝk (Venray), metskalk: mɛtskalǝk (Opglabbeek), pap: pap (Belfeld), plekkalk: plɛkkalǝk (Lommel), plekkerskalk: plɛkǝrskalǝk (Maastricht), prats: pratš (Sittard), vetkalk: vętkalǝk (Ottersum), vette kalk: vętǝ kalǝk (Helden), vɛtǝ kalǝk (Weert), vettige kalk: vętegǝ kalǝk (Stein), witkalk: wetkalǝk (Ell), wīskalǝk (Bleijerheide) Met water verdunde bluskalk, zoals men die na het blussen vanuit de blusbak in de kalkkuil laat lopen. In de kuil zakt een groot gedeelte van het water in de grond, waardoor de massa een meer deegachtige vorm aanneemt. Zie ook het lemma 'Gebluste kalk'. [N 30, 32f] II-9