| 27935 |
kapschoen |
bouwschoen:
bǫwšǫŋ (Q000 Zie mijnen
[(Domaniale)]
[Eisden]),
bouwslob:
bǫwšlup (Q000 Zie mijnen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
drescherkistje:
drɛšǝrkesjǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
kapschoen:
kapschoen (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits]),
kapšoǝn (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
kapšōn (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
, [Laura, Julia]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
kapšǫŋ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Willem-Sophia]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Julia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
kistje:
kesjǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Eisden]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
olifantspoot:
olǝfantspoǝt (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Zwartberg, Waterschei]),
patte:
pat (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Domaniale]),
schoen:
šōn (Q007p Eisden
[(Eisden)]
, ... [Maurits]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Maurits]),
slob:
šlu.p (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
šlup (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Los metalen verbindingselement tussen kap en stijl bij jukondersteuningen. Wat betreft het woordtype "Drescherkistje", deze term werd volgens een invuller uit Q 121 gebruikt voor een stuk ijzeren I-balk met breed profiel dat diende als verbinding tussen stijl en kap bij ijzeren betimmeringen. Het dankte zijn naam aan de uitvinder, de mijnwerker Drescher. Een respondent uit Q 121c voegt daar nog aan toe dat het een patent was van de Domaniale mijnmaatschappij. [N 95, 350; monogr.]
II-5
|