32181 |
kastschroef |
kastbeslag:
kas˱bǝšlāx (Q121c Bleijerheide),
kastenschroeven:
kasǝšrūvǝ (Q083p Bilzen),
kastensluiter:
kasǝsliǝr (Q083p Bilzen
[(enkelvoud: kasǝslūǝt)]
),
kastslieting:
kasšlēteŋ (Q204a Mechelen),
kleerkastbeslag:
klęjǝrkas˱bǝslāx (L271p Venlo)
|
Speciaal soort schroef waarmee zijkant, onderkant en bovenkant van een kast met elkaar verbonden worden. Zie ook afb. 174. Kastschroeven bestaan uit twee delen die elk een zwaluwstaartvormig blad hebben; in het enen blad bevindt zich een gat, waar de schroef doorheen gaat, terwijl zich in het andere blad een gat met schroefdraad bevindt, waarin de schroef past (Vanherp, pag. 266). [N 54, 113]
II-12
|